|
6. Gemeentelijk niveau: Elke Belgische gemeente heeft een gemeenteraad |
|
(wetgevende macht) en schepencollege (uitvoerende macht), met als hoofd de |
|
burgemeester. Het voordeel van een dergelijke staatsstructuur is dat elke |
|
cultuur zich kan emanciperen zonder andere culturen te domineren. Op deze manier |
|
kunnen culturen in een land samenleven zonder dat nationalisme |
|
noodzakelijkerwijs de kop opsteekt en het land verscheurt. Daarom ook is België |
|
een voorbeeld voor andere naties, bijvoorbeeld voor de ex-Joegoslavische landen. |
|
Zie ook: Het Belgische vorstenhuis Eedaflegging in België Politieke bewegingen |
|
die het communautarisme problematiseren Niettegenstaande bovenstaand ideaalbeeld |
|
zijn er taalpartijen als de FDF en UF, vanuit Duitstalige hoek de PJU-PDB en |
|
vanuit de Vlaamse Beweging voortgekomen partijen als Spirit, de N-VA en Vlaams |
|
Belang, welke laatste twee separatisme van Vlaanderen voorstaan. Daarnaast zijn |
|
er Belgicistische partijen als de BUB en een drukkingsgroep als B Plus, die |
|
hernieuwd unitarisme voorstaan. Voorts zijn er kleine groepen die België willen |
|
aanhechten bij Nederland (Heel-Nederlanders) dan wel bij Frankrijk (rattachisme) |
|
dan wel Vlaanderen bij Nederland willen doen aansluiten (Groot-Nederlanders). |
|
Overheid Kenmerkend voor België is de wafelijzerpolitiek en de communautaire |
|
kwesties. Politie België werd in oude tijden bevolkt door verschillende |
|
Keltische stammen, waarvan de Menapii de belangrijkste zijn. In de Romeinse tijd |
|
werden de Keltische stammen in het gebied tussen Noordzee, Rijn, Seine en Marne |
|
(Zuid-Nederland, België, Noord-Frankrijk en delen van West-Duitsland) samen |
|
aangeduid met het woord Belgae. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de |
|
huidige Belgen niet afstammen van de Belgae. Het gebied maakte deel uit van de |
|
Romeinse Rijk alvorens in een aantal feodale staten tijdens de middeleeuwen werd |
|
verdeeld. Tijdens de middeleeuwen werd wat nu onder het huidige België verstaan |
|
wordt verdeeld tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Schelde werd beschouwd |
|
als grens tussen de beide rijken. Het gebied van huidige België kwam in handen |
|
van de Habsburgers in de 15e eeuw (zie Habsburgse Nederlanden) en werd aan het |
|
einde van de 18e eeuw overgenomen door de Fransen. Na de nederlaag van Napoleon |
|
in 1815 ging België op in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden om zo een |
|
bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. België werd in 1830 uitgeroepen tot een |
|
onafhankelijke constitutionele monarchie (zie ook: Omwenteling van 1830). Sedert |
|
de politiehervorming die in België werd doorgevoerd (WET 07/12/1998) bestaat er |
|
nog slechts 1 politiedienst, namelijk een "geïntegreerde politie gestructureerd |
|
op 2 niveaus". Deze 2 niveaus bestaan uit een federale politie en een lokale |
|
politie -- die onderling communiceren via welbepaalde kanalen. De vroegere |
|
politiediensten (gemeentepolitie, gerechtelijke politie, rijkswacht,...) werden |
|
alle afgeschaft. Parlement De zeven parlementen hebben in totaal 631 leden: |
|
Senaat (74 leden) Kamer van Volksvertegenwoordigers (150 leden) Vlaams parlement |
|
(124 leden) Parlement van de Franse Gemeenschap (Parlement de la Communauté |
|
française de Belgique) (94 leden, namelijk de 75 leden van het Waals Parlement |
|
en de 19 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement) Waals |
|
Parlement (75 leden) Raad van de Duitstalige gemeenschap (25 leden) Brussels |
|
Hoofdstedelijk Parlement (89 leden) De zes regeringen zijn: Federale regering |
|
(21 ministers en staatssecretarissen) Vlaamse regering (10 ministers) Waalse |
|
regering (9 ministers) Regering van de Franse Gemeenschap (6 ministers) |
|
Brusselse Hoofdstedelijke Regering (8 ministers en staatssecretarissen) Regering |
|
van de Duitstalige Gemeenschap (4 ministers) Zie verder: Lijst van Belgische |
|
politieke partijen (partijen die in heel het land actief zijn) Lijst van Vlaamse |
|
politieke partijen (partijen die enkel in Vlaanderen actief zijn) Lijst van |
|
Franstalige politieke partijen (partijen die enkel in het Franstalige |
|
landsgedeelte actief zijn) Lijst van Belgische nationale regeringen Lijst van |
|
premiers van België Lijst van familiale verbanden tussen Belgische politici |
|
Lijst van Belgische politici die van partij wisselden Premier: Guy Verhofstadt |
|
Media België werd bezet door Duitsland tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. |
|
De spanningen tussen Nederlandstalige Vlamingen in het noorden en de |
|
Franssprekende Walen in het zuiden hebben de laatste jaren geleid tot |
|
constitutionele amendementen. Zo werd België een federale staat met 3 gewesten |
|
en gemeenschappen. (zie Staatsstructuur) Zie ook: Communicatie in België Sport |
|
Er worden vele sporten beoefend in België. Reeds in het begin van de 20ste eeuw |
|
groeiden voetbal en wielrennen uit tot de populairste sporten, met uitgebreide |
|
verslaggeving door pers. Als hobby en spel bij jongeren is voetbal ook de meest |
|
beoefende sport. Zie ook: Voetbal in België Eten en drinken De Belgische keuken |
|
staat bekend om zijn lekkere eten. Zie ook: Belgische gerechten Cultuur |
|
Demografie Lijst van musea in België Onderwijs Er zijn universiteiten in |
|
Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Luik (Liege), Leuven, Louvain-la-Neuve, |
|
Diepenbeek, Bergen (Mons), Namen (Namur), Kortrijk, Gembloers (Gembloux) en |
|
Aarlen (Arlon). Maar in absolute aantallen zijn de universiteiten van Gent en |
|
Leuven de belangrijkste voor Vlaanderen met beide meer dan 25.000 studenten. De |
|
Université catholique de Louvain (UCL) is de grootste Franstalige universiteit. |
|
Het land heeft ook talrijke muziek-, architectuur- en kunstscholen (de |
|
zogenaamde "academies"). Zie ook: Lijst van universiteiten (onder 1.1.) Verkeer |
|
en vervoer In België is er een goed wegennet van autosnelwegen en Expresswegen. |
|
Er is ook een spoorwegnet, geëxploiteerd door de Nationale Maatschappij der |
|
Belgische Spoorwegen (NMBS). Er zijn luchthavens bij Brussel. Defensie Beroemde |
|
Belgen Bevolking Hergé Henri Lafontaine Gerardus Mercator Eddy Merckx Paul Otlet |
|
Peter Paul Rubens Adolphe Sax Georges Simenon Simon Stevin Andreas Vesalius |
|
Ambiorix Jacky Ickx Raymond Ceulemans Toots Thielemans Paul Janssen Godfried van |
|
Bouillon Leo Baekeland Peter Benoit Jacques Brel Pieter Breugel Hendrik |
|
Conscience Adolf Daens Pater Damiaan César Franck Bronnen NIS - structuur van de |
|
bevolking WESP: historical demographical data Zie ook Portaal over België |
|
Artikels over België België van A tot Z Geschiedenis van België Zoetwater in de |
|
Benelux Externe links Overheidssites Federale portaalsite Belgische grondwet |
|
Belgische premiers Officiële site van de Belgische Monarchie Nationaal Instituut |
|
voor de Statistiek België Overige Belgisch patrominium in beeld VL Belgian |
|
History Index «... meer externe links in de Open Directory » Het Nederlands is |
|
de officiële taal in het Vlaams Gewest en samen met het Frans in Brussel, |
|
terwijl het Frans in Wallonië de officiële taal is, naast het Duits in enkele |
|
oostelijke gemeenten. De hoofdstad Brussel is formeel tweetalig, maar de |
|
praktijk wijst uit dat de meerderheid van de bevolking Frans spreekt. De tussen |
|
Nederland en het Franstalige Wallonie ingeklemde Voerstreek is een enclave welke |
|
onderdeel is van Vlaanderen, en formeel derhalve Nederlandstalig. bar:Belgien |
|
Demografie . België heeft nu ruim 10,5 miljoen inwoners. Het Vlaams Gewest heeft |
|
er daarvan 6,0 miljoen, het Waals Gewest 3,4 miljoen en het Brussels |
|
Hoofdstedelijk Gewest 1,0 miljoen. In vergelijking met andere landen is de |
|
Belgische bevolking relatief traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7 |
|
miljoen in 1900, 10 miljoen in 2000. Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking |
|
evolueerde van « de helft minder » (3 miljoen in 1850) tot meer dan « de helft |
|
meer » (16 miljoen in 2000). Taal België Gesproken talen in België zijn: |
|
Nederlands (ca. 60%) Frans (ca. 40%) Duits (<1%) Gebarentalen: Vlaamse |
|
Gebarentaal (VGT, ca. 6000 moedertaalgebruikers), Frans-Belgische Gebarentaal |
|
(LSFB, ca. 5000 moedertaalgebruikers). Religies Statistieken over de |
|
geloofsopvattingen van de Belgische bevolking zijn over het algemeen |
|
onbetrouwbaar. De overgrote meerderheid van de Belgen is katholiek: naar gelang |
|
van de bronnen 60 tot 90 %. Het wekelijkse kerkbezoek der katholieken is anno |
|
2004 gedaald tot onder 10 percent, en volgens sommige bronnen zelfs tot onder 5 |
|
procent. De rest van de belgen is grotendeels agnost of vrijzinnig (ca. 28%), |
|
islamitisch (ca. 4%), protestants (ca. 1%) en joods (minder dan 1%). |
|
Bestuurlijke indeling Achtergrond Na een gelukte poging om België los te |
|
scheuren van Nederland en een mislukte poging om aan te sluiten bij Frankrijk |
|
(zie rattachisme), werd gekozen voor onafhankelijkheid met een koning aan het |
|
hoofd. Dit werd, onder Engelse druk, een vorst die verwant was aan het Britse |
|
koningshuis, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha. Meteen werd geopteerd voor een |
|
constitutionele monarchie, en indertijd was de grondwet de liberaalste ter |
|
wereld. In de tweede helft van de 20ste eeuw evolueerde het politieke stelsel |
|
naar een particratisch zuilenbestel. In de eerste decennia van het nieuwe land |
|
was het bestuur (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig |
|
Franstalig en elitair. Niettemin werden de eerste taalwetten reeds gestemd op |
|
het einde van de 19e eeuw. Hiermee werden de landstalen nog niet gelijkwaardig. |
|
Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in |
|
Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië. Dit gelijkwaardig stellen |
|
gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig |
|
werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans bleef in Wallonië. De toepassing van de |
|
gelijke rechten van taalgroepen in overheid, scholing en rechtspraak verliep |
|
echter traag, onwillig en vaak slechts na lang aandringen. Dit is mee de |
|
katalysator geweest voor een centrifugale beweging in het unitaire België. Die |
|
werd bij de oprichting van het zogenaamde Centrum Harmel (genoemd naar politicus |
|
Pierre Harmel) in 1948 voor het eerste officieus erkend. Het Belgische |
|
federalisme is ongewoon in die zin dat het tegelijk ook enkele sterke unitaire |
|
kenmerken vertoont (de openbare financiering is voor meer dan 90% unitair), en |
|
ook tweeledig-confederalistische (de politieke partijen richten zich quasi |
|
uitsluitend tot of de Vlaamse of de Franstalige gemeenschap; er bestaan slechts |
|
enkele zeer kleine nationale partijen). Langzamerhand meende men dat de |
|
tweeledige maatschappelijke structuur van België geen unitaire politieke |
|
structuur verdraagt. België werd een gedecentraliseerde staat, om in een vijftal |
|
staatshervormingen (in 1970, 1980, 1988-89, 1993 en 2001-2003) officieel in 1993 |
|
een federale staat te worden, in een soort dubbel federalisme. België (Frans: « |
|
Belgique », Duits: « Belgien »), officieel het Koninkrijk België, is een |
|
West-Europees land begrensd door de Noordzee in het westen, Nederland in het |
|
noorden en noordoosten, Duitsland in het oosten, Luxemburg in het zuidoosten en |
|
Frankrijk in het zuiden. Dit dubbel federalisme, met als architecten Wilfried |
|
Martens, Jean-Luc Dehaene, Hugo Schiltz, Guy Spitaels en Jean Gol kenmerkt zich |
|
door volgende regeringsniveaus, elk met eigen verkozen volksvertegenwoordiging |
|
en regering: 1 federale staat 3 gewesten (zie bovenste kaart) Vlaams Gewest |
|
(olijfgroen), Waals Gewest (rood), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (blauw) 3 |
|
gemeenschappen (zie onderste kaart) Nederlandstalig (olijfgroen), Franstalig |
|
(rood), Duitstalig (blauw) Bovendien omvat België vier taalgebieden: het |
|
Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied |
|
Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. De Vlamingen fusioneerden |
|
onmiddellijk hun gewestelijke en gemeenschapsinstellingen. Ze hebben sindsdien 1 |
|
Vlaams parlement en 1 Vlaamse deelregering, beide met zetel te Brussel. De |
|
Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen (Waals, Brussels, |
|
Duitstalig, Franstalig en de lokale Franstalige gemeenschapscommissie in |
|
Brussel) gescheiden te houden. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest zijn de |
|
Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen |
|
gemeenschapsmateries. De gewesten zijn vooral bevoegd voor territoriale materie |
|
(bijvoorbeeld economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu,...). De |
|
gemeenschappen spitsen zich toe op culturele factoren (incl. sport, onderwijs en |
|
wetenschappelijk onderzoek) en de federale staat neemt de (grote) rest voor zijn |
|
rekening (defensie, buitenlandse zaken, economische en monetaire unie, |
|
pensioenen, ziekteverzekering,...). Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten |
|
of (in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht |
|
van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap. Een bijzonder |
|
rechtscollege, het Arbitragehof, waakt erover dat de wetgeving van de federale |
|
regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze |
|
verschillende entiteiten eerbiedigt. Het Arbitragehof kan wetsbepalingen |
|
vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden. Bepaalde aspecten van dit |
|
federalisme zijn minder verregaand dan de meeste andere federale staten (zo |
|
hebben de deelstaten weinig fiscale autonomie en minder dan 20% van de globale |
|
openbare uitgaven), anderen gaan dan weer verder (ontbreken van |
|
normenhiërarchie). Heden is er in Vlaanderen een trend naar confederalisme toe. |
|
Vlaamse onafhankelijkheid geniet echter minder bijval. Een meerderheid van de |
|
Vlaamse partijen lijkt te kiezen voor hetzij een verder doorgedreven |
|
federalisme, hetzij een confederalisme. Een kleine Franstalige minderheid |
|
streeft naar aanhechting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk. De hoofdstad van |
|
Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen. Brussel is ook de |
|
hoofdstad van Franse Gemeenschap. Deze laatste noemt zichzelf sinds kort ook |
|
'Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel'. De hoofdstad van de Duitstalige |
|
gemeenschap is Eupen. Indeling Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5 |
|
provincies: Antwerpen (hoofdstad Antwerpen) Limburg (hoofdstad Hasselt) |
|
Oost-Vlaanderen (hoofdstad Gent) Vlaams-Brabant (hoofdstad Leuven) |
|
West-Vlaanderen (hoofdstad Brugge) België bestaat maatschappelijk, cultureel, |
|
politiek en sociologisch gezien vooral uit twee grote gemeenschappen, de |
|
Vlamingen en de Walen. België is een federale staat bestaande uit 3 |
|
gemeenschappen, Ook het Waals Gewest (Wallonië) telt 5 provincies: Henegouwen |
|
(met als hoofdstad Bergen) Luik (hoofdstad Luik) Luxemburg (hoofdstad Aarlen) |
|
Namen (hoofdstad Namen) Waals-Brabant (hoofdstad Waver) Het Brussels |
|
Hoofdstedelijk Gewest is provincieloos. De provincies bestaan weer uit diverse |
|
arrondissementen. Aan het hoofd van elke provincie staat een gouverneur. De |
|
provinciale besturen hebben evenwel weinig gewicht. Hun bestaan wordt soms in |
|
vraag gesteld. Een van de taken van de provinciegouverneur is het coördineren |
|
van de hulpverlening bij rampen van grote omvang (bijvoorbeeld chemische |
|
ongelukken in de havens). Ook het besturen van belangrijke milieuzaken zoals |
|
kernenergie behoort tot zijn taken. Geografie Het terrein van België is |
|
grotendeels laagland, behalve de Ardennen in het zuiden. Door het land stromen |
|
de rivieren de Maas en de Schelde en een netwerk van kanalen. België is één van |
|
de dichtstbevolkte landen in Europa. Historisch bestaat het land uit twee |
|
etnische en culturele gebieden, over het algemeen Vlaanderen en Wallonië |
|
genoemd. Vlaanderen bestrijkt de noordelijke provincies: Oost-Vlaanderen |
|
West-Vlaanderen Antwerpen Limburg, en Vlaams-Brabant Wallonië beslaat: Vlaamse |
|
gemeenschap Franse gemeenschap Duitstalige gemeenschap Waals-Brabant Henegouwen, |
|
Luik provincie Luxemburg Namen De scheidingslijn loopt van oost naar west ruwweg |
|
iets ten zuiden van Brussel. De hoofdstedelijke agglomeratie zelf wordt door |
|
zowel Nederlandstalige als Franstalige Brusselaars bewoond. De Franstalige |
|
aanwezigheid in Brussel is vooral het gevolg van inwijking en verfransing van de |
|
oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalige bevolking, immers op basis van een |
|
studie van stadsarchieven komt Hervé Hasquin (professor aan de ULB en prominent |
|
Franstalig MR politicus) in 1979 tot de bevinding dat ongeveer 90% van de |
|
bevolking in 1785 nog Nederlandstalig is, terwijl de verhouding nu ongeveer net |
|
andersom is. Geografische statistieken Totale oppervlakte: 32.545 km² waarmee |
|
België op de 136e plaats qua grootte staat. Aantal kilometers staatsgrens: |
|
1445,5 België grenst aan Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland en de |
|
Noordzee. Hoogste punt: Signaal van Botrange, 694 meter. Volgens het Koninklijk |
|
Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is het Belgisch territorium 33.990 |
|
km² als men de Belgische territoriale zone, die zich tot 12 zeemijlen in de |
|
Noordzee uitstrekt, meerekent. Rivieren In België zijn de volgende rivieren en |
|
stroomgebieden: Maas Schelde IJzer Dender In het uiterste oosten ook een klein |
|
stukje stroomgebied van de Rijn en in het zuiden van de provincie Henegouwen een |
|
stukje van het stroomgebied van de Seine. Steden alsmede drie gewesten: De |
|
hoofdstad is Brussel. Enkele andere "grote" steden in België zijn: Antwerpen |
|
Gent Charleroi Luik Brugge Namen Enkele andere belangrijke steden zijn: Hasselt, |
|
Bergen, Leuven, Kortrijk, Oostende, Genk, Mechelen Zie ook: Lijst van grote |
|
Belgische steden Lijst van Belgische gemeenten Bezienswaardigheden Zie ook: |
|
Belgische monumenten op de Werelderfgoedlijst Milieu Vlaams Gewest Waals Gewest |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met het milieu van België is het slecht gesteld. |
|
Dit komt mede doordat het een doorvoerpunt is voor de industrie in Europa (zowel |
|
op het land als op het water, door de zware industrie gebaseerd in België zelf, |
|
door de vervuilende omringende landen (Duitsland waaronder het Ruhr-gebied, |
|
Nederland, en Frankrijk), als door de zwakke aanpak van de regering. Natuur Een |
|
van de meest ongerepte stukjes natuur van België zijn ongetwijfeld De Hoge |
|
Venen. Door het strenge klimaat, de vele neerslag en de strenge, lange winters |
|
in de streek vind je daar zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa en de |
|
bergstreken. Ondanks België een klein land is en echte natuur, vooral in |
|
Vlaanderen, eerder zeldzaam is herbergt het land een groot aantal vogels, |
|
insecten en vele planten. 20.4% van het oppervlak van het land is bedekt met |
|
bos. Dat is vrij veel als je weet dat België een van de dichtstbevolkte naties |
|
is van Europa. In Vlaanderen vind je vooral, naast de steden, velden gescheiden |
|
door grachten en rijen met bomen. In die grachten kan je vele waterplanten en |
|
insecten terug vinden. Naast die velden heb je dan hier en daar een bos die |
|
vooral in de Kempen (ten oosten van Antwerpen en Limburg), talrijker aanwezig |
|
zijn. In Wallonië is de natuur ongerepter. Dit komt mede omdat de |
|
bevolkingsdichtheid veel lager is dan in VLaanderen. 1/3 van de oppervlakte van |
|
Wallonië is bebost en dat oppervlak wordt alsmaar groter. Waterkwaliteit Vooral |
|
in Antwerpen en Brussel is het slecht gesteld, hoewel er geen signalen bekend |
|
zijn dat het drinkwater onbetrouwbaar zou zijn. Het water in Limburg is van veel |
|
betere kwaliteit en in Wallonië is de waterkwaliteit uitstekend. Luchtkwaliteit |
|
De luchtkwaliteit in Antwerpen, Brussel en omstreken, is even slecht als sommige |
|
streken in Duitsland, China, Noord-Oost-Amerika, en Zuid-Afrika. Door de hoge |
|
graad van luchtverontreiniging, bevat de lucht een grote hoeveelheid |
|
kankerverwekkende stoffen. In de rest van België, vooral in Wallonië (behalve |
|
dan de gebieden rond Luik en Charleroi), is het beter met de lucht gesteld omdat |
|
daar grotendeels bossen en landbouwvelden liggen. Bodemverontreiniging Op |
|
sommige plaatsen is de bodem verontreinigd door de industrie. Maar desondanks |
|
deze vervuiling is dit één van de betere punten in België op gebied van het |
|
milieu. Het is nog slechter gesteld in andere landen in Europa zoals |
|
bijvoorbeeld Nederland (vanwege industrie en bemesting). Economie Vlaanderen |
|
voegde zijn instellingen evenwel onmiddellijk samen, zodat er nog slechts één |
|
Vlaams Parlement en één Vlaamse regering is. Franstaligen behielden alle door |
|
hen gecontroleerde afzonderlijke verkozen volksvertegenwoordigingen en |
|
regeringen ('executieven'). De economie van België is met name gebaseerd op de |
|
diensten, vervoer, handel en de industrie. De mijnbouw, die ondertussen is |
|
stopgezet, en de productie van staal, chemische producten en cement zijn |
|
geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen, |
|
Charleroi, Namen en Luik en in het Kempisch steenkoolbekken. Luik is een |
|
belangrijk staalcentrum. Reeds lang worden metaalproducten zoals bruggen, zware |
|
machines, industriële en chirurgische apparatuur, motorvoertuigen, werktuigen en |
|
munitie vervaardigd. De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen, |
|
geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd |
|
dichtbij de olieraffinaderijen van Antwerpen. De textielproductie, die in de |
|
middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en synthetische vezels; tapijten |
|
en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten. Gent, Kortrijk, Doornik en |
|
Verviers zijn allen textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd |
|
vanwege hun kant. Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een |
|
belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer |
|
en hout. Meer dan 75% van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit |
|
kernenergie. De Belgische industrie is zwaar afhankelijk van de invoer voor zijn |
|
grondstoffen. Het meeste ijzer komt uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk, |
|
terwijl de non-ferro metaalproducten van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt, |
|
waaronder zink, koper, lood en tin. De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal, |
|
vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten. De industriële |
|
centra zijn verbonden met elkaar en met de belangrijkste havens van Antwerpen en |
|
Gent door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk |
|
van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal), en door een uitgebreid |
|
spoorwegsysteem. België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de |
|
landbouw slechts een klein percentage van het aantal arbeidskrachten |
|
vertegenwoordigt. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, haver, rogge, gerst, |
|
suikerbieten, aardappels en vlas. Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie |
|
(vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk. Het verwerkte voedsel omvat |
|
bietsuiker, kaas en andere zuivelproducten; bier en andere dranken worden ook |
|
vervaardigd. De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke |
|
Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel. Voordien was dit de |
|
Belgische frank (BEF). Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de |
|
gemeenschappelijke Europese munt. (1 euro = 40.3399 BEF) Van 1926 tot 1946 is er |
|
ook als munt de Belga geweest. Deze benaming was niet populair en werd in 1946 |
|
afgeschaft. Politiek Staatsstructuur België is een federaal land en een |
|
constitutionele monarchie met aan het hoofd een rechtstreeks afstammeling van |
|
Koning Leopold I, momenteel koning Albert II. België telt zeven parlementen en |
|
zes regeringen. Hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel niet |
|
bijgeteld als parlement. De Heilige Jozef is de patroonheilige van België. De |
|
wapenspreuk luidt: Eendracht maakt macht. 1. Federaal niveau: Koning Albert II |
|
Federaal Parlement, met Senaat en Kamer van Volksvertegenwoordigers Federale |
|
Regering Federale Instellingen 2. Gemeenschapsniveau: België is onderverdeeld in |
|
4 verschillende gemeenschappen: de Franstalige Gemeenschap, de Duitstalige |
|
Gemeenschap, het Gemeenschappelijke Gemeenschap (Brussel), onderverdeeld in een |
|
Vlaamse Gemeenschap en Franstalige Gemeenschap. de Vlaamse Gemeenschap. De |
|
gemeenschappen staan in voor persoongebonden materies: culturele |
|
aangelegenheden, onderwijs, gezondheid, welzijn en taalgebruik. Elke gemeenschap |
|
heeft een gemeenschapsraad (d.i. de wetgevende macht) en gemeenschapsregering |
|
(uitvoerende macht). De Vlaamse gemeenschap en het Vlaams gewest hebben echter |
|
een gemeenschappelijk parlement en regering, omdat in tegenstelling met het |
|
Waals Gewest er in het Vlaams Gewest maar 1 taal gesproken wordt: het |
|
Nederlands. In het Waals Gewest is dat Frans en Duits, daarom is er nood aan een |
|
apart bestuur voor de Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. 3. |
|
Gewestelijk niveau: België is onderverdeeld in 3 gewesten: het Waals Gewest het |
|
Brussels Hoofdstedelijk Gewest het Vlaams Gewest De gewesten staan in voor |
|
grondgebied-gerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, |
|
huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en |
|
buitenlands handel, toezicht gemeenten en provincies en |
|
ontwikkelingssamenwerking. Elk gewest heeft een parlement en regering. 4. |
|
Taalgebieden: België heeft 4 taalgebieden: het Franstalig taalgebied, het |
|
Duitstalig taalgebied, het Tweetalig gebied (Brussel) en het Nederlandstalig |
|
taalgebied. 5. Provinciaal niveau: België telt 10 provincies. Geschiedenis |
|
Verhofstadt! In 1982 werd de dan 29-jarige Guy Verhofstadt voorzitter van de |
|
partij. Tijdens hun deelname aan de regering werd hij tussen 1986 en 1988 zelfs |
|
vice-premier en minister van Begroting. Annemie Neyts volgde hem op als de |
|
eerste vrouwelijke partijvoorzitter. In 1989 nam Verhofstadt de |
|
voorzittersfakkel weer over. In deze periode schreef hij zijn burgermanifesten. |
|
Van PVV naar VLD In 1992 werd de partij onder impuls van Verhofstadt omgevormd |
|
naar de VLD. Naast een nieuwe naam kwamen er ook veel verruimers die toetraden |
|
tot de nieuwe partij, vooral enkele bekende figuren uit de toenmalige Volksunie |
|
maakten de overstap. Bijvoorbeeld Jaak Gabriels, toenmalige voorzitter van de VU |
|
en Hugo Coveliers. Vanaf begin jaren 90 ging de VLD er bij elke verkiezing op |
|
vooruit. Paars Na de dioxinecrisis in 1999 ging de VLD er opnieuw sterk vooruit |
|
en werd nipt de grootste partij van Vlaanderen. Guy Verhofstadt werd eerste |
|
minister van de federale regering en Patrick Dewael minister-president van de |
|
Vlaamse Regering. Beide stonden ze aan het hoofd van een paarsgroene coalitie. |
|
Na de federale verkiezingen van 2003 gingen de paarse partijen verder zonder |
|
Groen!. Dewael stapte over naar de federale regering en Bart Somers werd |
|
minister-president. De verkiezingen van 2004 De aanloop naar de Vlaamse |
|
verkiezingen van 2004 werd voor de VLD gekenmerkt door enkele zware aanvaringen |
|
tussen figuren aan de top van de partij. Zo werd Hugo Coveliers uit de partij |
|
gezet door zijn aanhoudende kritiek op het aanhouden van het cordon sanitaire. |
|
Ook moest Karel De Gucht tijdelijk aftreden als voorzitter. In 2003 onthield de |
|
partij zich bij de stemming over het toekennen van het vreemdelingenstemrecht, |
|
hoewel altijd gezegd werd dat de partij ertegen was. Dit alles zorgde voor een |
|
erg slecht resultaat in de verkiezingen. Dit was ook de periode waarin heel wat |
|
liberale scheurlijsten werden gevormd zoals het Liberaal Appèl van Ward Beysen, |
|
Veilig Blauw van Leo Govaerts en VLOTT van Hugo Coveliers. De verkiezingen van |
|
2006 De partij verloor zwaar in drie vierde van alle gemeenten waar ze deelnam |
|
aan de gemeenteraadsverkiezingen. Daags na de verkiezingen verzocht voorzitter |
|
Somers de interne tuchtcommissie om senator Jean-Marie Dedecker uit de partij te |
|
zetten, omdat hij zorgde voor te veel onrust binnen de partij. De tuchtcommissie |
|
besliste op maandag 16 oktober 2006 dat Jean-Marie Dedecker uitgesloten wordt |
|
uit de VLD. Vlaamse Liberalen en Democraten Bekende VLD-ers Enkele bekende |
|
VLD-leden zijn: Marino Keulen (minister van Binnenlandse Zaken, Wonen en |
|
Inburgering in de Vlaamse regering) Herman De Croo (voorzitter van de Kamer van |
|
Volksvertegenwoordigers) Fons Borginon (fractieleider in de Kamer van |
|
Volksvertegenwoordigers) Paul Wille (fractieleider in de Senaat) Patricia |
|
Ceysens (fractieleidster in het Vlaams Parlement) Jean-Luc Vanraes |
|
(fractieleider in het Brussels Parlement) Dirk Sterckx (Europees parlementslid) |
|
Annemie Neyts (Europees parlementslid) Bart Somers (voorzitter) Guy Verhofstadt |
|
(huidige Belgische eerste minister) Patrick Dewael (minister van Binnenlandse |
|
Zaken) Karel De Gucht (minister van Buitenlandse Zaken) Marc Verwilghen |
|
(minister van Economie) Vincent Van Quickenborne (staatssecretaris voor |
|
Administratieve Vereenvoudiging) Fientje Moerman (viceminister-president van de |
|
Vlaamse regering) Dirk Van Mechelen (minister van Financiën, Begroting en |
|
Ruimtelijke Ordening in de Vlaamse regering) Guy Vanhengel (minister van |
|
Financiën, Begroting, Informatica en Externe betrekkingen in de Brusselse |
|
regering en Collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie met als |
|
bevoegdheden Begroting, Financiën, Onderwijs, Beroepspleiding en Communicatie) |
|
Kritiek binnen en buiten de partij Als grootste regeringspartij is de partij |
|
vaak het onderwerp van kritiek in de media en het grote publiek. Zo wordt de |
|
partij een gebrek aan standvastigheid verweten in tal van politieke dossiers. In |
|
2003 onthield de partij zich bij de stemming over het toekennen van het |
|
vreemdelingenstemrecht, hoewel altijd was gezegd dat de partij ertegen was. Ook |
|
bij de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bleef de partij |
|
volgens velen in gebreke. De partij neemt, zoals alle andere Vlaamse en Waalse |
|
partijen, deel aan het "cordon sanitaire" rond het Vlaams Belang. Verschillende |
|
VLD-leden van de rechtervleugel van de partij zijn echter voor het doorbreken |
|
van dat cordon. Sinds enkele jaren worden door de partijtop maatregelen genomen |
|
tegen deze leden. Indien zij nog openlijk tegen het officiële partijstandpunt |
|
ingaan, wordt er een procedure gestart om hen uit de partij te zetten. Zo werd |
|
Hugo Coveliers, ooit door de partijtop genoemd als kandidaat voor de |
|
burgemeesterssjerp in Antwerpen, onder andere om die reden uit de partij gezet. |
|
Hij werd hierin voorgegaan door Ward Beysen (« Liberaal Appèl ») en Claudine De |
|
Schepper (« VLOTT »). Patricia De Waele werd tijdelijk geschorst als partijlid. |
|
Leo Govaerts (« Veilig Blauw »), Anke Vandermeersch (« Vlaams Blok »), Anneke |
|
Vermeiren (« VLOTT ») en Annie De Maght (« BLAUW ») verlieten de partij uit |
|
eigen beweging, soms onder zware druk vanwege de partijtop. Tijdens de zomer van |
|
2005 kwam Boudewijn Bouckaert, de voorzitter van de klassiek-liberale denktank |
|
Nova Civitas, in aanvaring met de partijvoorzitter. Bouckaert nam hierop ontslag |
|
uit het partijbestuur. Dadelijk na de verkiezingsnederlaag bij de |
|
gemeenteraadsverkiezingen van 2006, besliste de partijtop ook Jean-Marie |
|
Dedecker uit de partij te zetten. Op 16 oktober bevestigde de tuchtcommissie het |
|
besluit. Op 27 oktober besloot Bouckaert Dedecker te volgen en de partij de rug |
|
toe te keren. Volgens Bouckaert is de VLD een "links-liberale" partij geworden |
|
die "aanschurkt tegen de SP.a". Externe link VLD Vlaamse Liberalen en |
|
Democraten, afgekort als VLD, is een Vlaamse, liberale, politieke partij die |
|
85.000 leden telt (2004). Ideologie De VLD was een rechts-liberale partij. |
|
Tijdens de jaren 80 werd partijleider Verhofstadt nog vergeleken met Margaret |
|
Thatcher, maar tegenwoordig is de koers minder scherp. De huidige koers is nu |
|
eerder links-liberaal, de huidige partijtop koos resoluut voor een linkser |
|
economisch programma en een links-vrijzinnige ethiek. Geschiedenis Van Liberale |
|
partij naar PVV Voor 1960 was de liberale partij van België nauwelijks |
|
georganiseerd. Op het partijcongres van 1961 besloot men de stroming om te |
|
vormen tot PVV/PLP (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang / Parti de la Liberté et |
|
du Progrés). De partij behartigde toen uitgesproken de belangen van de |
|
werkgevers. Van unitaire partij naar splitsing Eind jaren 60, begin jaren 70 |
|
liepen de communautaire spanningen in België hoog op. Ook binnen de liberale |
|
familie was er onenigheid over de te varen koers. In 1972 werd de unitaire |
|
partij opgesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij. Willy De Clercq |
|
werd de eerste voorzitter van de Vlaamse PVV. NASA-biografie van Frimout Euro |
|
Space Foundation Dirk Frimout Dirk Dries David Damiaan burggraaf Frimout |
|
(Poperinge 21 maart 1941) was de eerste Vlaams-Belgische ruimtevaarder. |
|
Biografie Opleiding en activiteiten 24 maart - 2 april 1992 - Frimout cirkelde |
|
als 1 van de 7 astronauten met de Space Shuttle Atlantis om de aarde. 1992 - |
|
eredoctoraat aan de Universiteit van Gent 1959 - diploma van het middelbaar |
|
onderwijs, behaald aan het Koninklijk Atheneum Voskenslaan te Gent 1963 - |
|
diploma van ingenieur elektronica 1970 - doctoraat in de toegepaste fysica aan |
|
de Universiteit van Gent 1972 - postdoctoraal in het laboratorium van |
|
atmosferische en ruimtelijke fysica in de Universiteit van Colorado. Hij sloot |
|
zijn opleiding af als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur en promoveerde tot |
|
doctor in de toegepaste wetenschappen. Ondertussen werkte hij tot 1978 in het |
|
Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA). 1977 - stelt voor het eerst |
|
zijn kandidatuur als astronaut. 1978-84 als coördinator van de bemanning voor |
|
Spacelab-1 in het European Space Agency (ESA) 1984-89 werkzaam in de |
|
Microgravity afdeling van ESTEC experimenten met EURECA en Spacelab-1. Na zijn |
|
geslaagde vlucht ontving hij de graad van Groot Officier in de Leopoldsorde en |
|
tevens de titel van burggraaf. Tussen 1993 en 1998 werkte hij bij Belgacom, de |
|
Belgische Telecom-operator. In 1994 werd hij voorzitter van de Euro Space |
|
Foundation (opgericht op 16 maart) ter bevordering van |
|
wetenschappelijk-technische studies bij de jeugd. In juli 1998 tekende hij een |
|
contract met de Stichting Flanders Language Valley. Hij stond aan het hoofd van |
|
FLV Education als verantwoordelijke voor permanente vorming. Externe links |
|
Bestuur De provincieraad van West-Vlaanderen telt 80 zetels. De zetelverdeling |
|
is als volgt: CD&V: 32 VLD: 18 sp.a: 17 Vlaams Belang: 5 Groen!: 4 N-VA: 4 Het |
|
dagelijks bestuur is in handen van de bestendige deputatie, samengesteld door |
|
CD&V en sp.a. Die telt 6 leden en wordt voorgezeten door gouverneur Paul Breyne. |
|
De uitslagen van de provincieraadsverkiezingen sinds 1994 Externe link Officiële |
|
website West-Vlaanderen De provincie West-Vlaanderen is een van de tien |
|
provincies van België. Het is de meest westelijk gelegen provincie in |
|
Vlaanderen. Als Vlaamse provincie is de gebruikte taal er Nederlands, hoewel er |
|
tegen de taalgrens de faciliteitengemeentes Spiere-Helkijn en Mesen zijn. In de |
|
provincie wordt het typisch West-Vlaams dialect echter algemeen als omgangstaal |
|
gebruikt. De parochies in de provincie vallen onder het Bisdom Brugge. Info |
|
Provinciehoofdplaats: Brugge Oppervlakte: 3125 km² Hoogste punt: Kemmelberg (156 |
|
m) Belangrijkste waterlopen: IJzer, Leie, Mandel, Waardamme Aantal inwoners: |
|
1.139.815 (op 1 juli 2005) 8 bestuurlijke arrondissementen: Brugge, Diksmuide, |
|
Ieper, Kortrijk, Oostende, Roeselare, Tielt, Veurne Dialect: West-Vlaams |
|
Patroonheilige: Sint-Donaas. Arrondissementen De West-Vlaamse gemeenten |
|
Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam Luxemburg |
|
(provincie) De provincie Luxemburg (Frans: « Luxembourg », Waals: « Lussimbork |
|
», Luxemburgs: « Lëtzebuerg ») is een van de vijf provincies van het Waals |
|
Gewest, België. De provincie heeft een oppervlakte van 4443 km² en telt (op 1 |
|
juli 2005) 257.114 inwoners. Ten noorden grenst de provincie aan de provincie |
|
Luik en ten westen aan de provincie Namen. Ten zuiden grenst Luxemburg aan |
|
Frankrijk en ten oosten aan het Groothertogdom Luxemburg. De provincie maakt |
|
deel uit van de Ardennen. Het hoogste punt vormt de 651 meter hoge Baraque de |
|
Fraiture in de gemeente Vielsalm. Rond de hoogste toppen is op beperkte schaal |
|
wintersport mogelijk. Arrondissementen Overzicht van steden en gemeenten in |
|
Luxemburg Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam |
|
Coalitievorming 2003 In het voorjaar van 2003 besloot D66 deel te nemen aan het |
|
kabinet-Balkenende II, met de VVD en het CDA. Dit terwijl D66 deelname aan een |
|
coalitie met CDA en VVD uitdrukkelijk had uitgesloten. Nadat de onderhandelingen |
|
tussen Wouter Bos en Jan Peter Balkenende mislukt waren maakte D66 echter een |
|
coalitie met CDA en VVD mogelijk en voorkwam aldus dat de LPF opnieuw, of de |
|
ChristenUnie en de SGP voor het eerst in de regering zouden komen. Van het |
|
typische D66 speerpunt « bestuurlijke vernieuwing » kwam weinig terecht, waarop |
|
verantwoordelijk minister De Graaf uit het kabinet stapte. Hij werd tussentijds |
|
opgevolgd door Alexander Pechtold. Interne crisis van 2006 In 2006 ontstond een |
|
crisis binnen de partij, naar aanleiding van verliezen bij de |
|
gemeenteraadsverkiezingen. Sommige leden, die ontevreden waren over de als |
|
rechts ervaren koers van Balkenende-II (vooral het immigratie- en |
|
integratiebeleid van minister Verdonk), pleitten voor opheffing van de partij; |
|
enkele leden maakten bekend zich af te zullen splitsen onder de naam deZES. Op |
|
het drukbezochte D66-congres van 13 mei werd een motie om uit het kabinet te |
|
stappen evenwel door een meerderheid verworpen. De aangekondigde motie om de |
|
partij op te heffen werd niet ingediend. Kabinetscrisis 2006 Op 29 juni 2006 |
|
veroorzaakt de partij een kabinetscrisis door een motie van afkeuring tegen |
|
Minister Verdonk te steunen en haar vertrek te eisen. De motie wordt verworpen |
|
doordat de LPF de coalitie wel steunt. In een vervolgdebat blijkt dat het gehele |
|
kabinet (inclusief D66-ministers Laurens Jan Brinkhorst en Alexander Pechtold) |
|
van mening is dat aan de verworpen motie geen conclusies verbonden hoeven te |
|
worden. Daarop trekt de D66-kamerfractie de politieke steun voor het kabinet in |
|
en stappen de D66-ministers op. Vervolgens stellen de andere ministers hun |
|
portefeuille ter beschikking. Uit de Politiek Op 3 en 4 augustus hebben |
|
respectievelijk Boris Dittrich en Lousewies van der Laan aangekondigd uit de |
|
Tweede Kamer te stappen. Ze zullen pas na de verkiezingen van november aftreden. |
|
Kritiek van Hans van Mierlo Op 6 oktober 2006 sprak de D66 oprichter Hans van |
|
Mierlo openlijk zijn twijfel uit over de toekomst van de partij. Volgens Van |
|
Mierlo heeft de partij haar geloofwaardigheid verloren door als coalitiepartner |
|
in Balkenende II geen breekpunt te maken van het beleid van VVD-minister Rita |
|
Verdonk. In het tv-programma EénVandaag zei hij dat de partij zich moet afvragen |
|
'of het na veertig jaar genoeg is geweest'. Op het najaarscongres van D66, een |
|
dag later, noemde hij D66 echter nog steeds hard nodig. Democraten 66 Reden van |
|
bestaan Het eerste partijcongres omschreef haar als een radicale democratisering |
|
van de Nederlandse samenleving in het algemeen en van het Nederlandse politieke |
|
bestel in het bijzonder. Dit is een tweeslag maar de nadruk heeft lange tijd |
|
gelegen op de laatste component, de staatsrechtelijke vernieuwing. Speerpunten |
|
daarbij zijn het referendum, afschaffing van de Eerste Kamer, directe |
|
verkiezingen van de minister-president en burgemeesters, en de invoering van een |
|
gematigd districtenstelsel. Mede-oprichter Van Mierlo was dan ook een exponent |
|
van het democratisch radicalisme, een stroming die in de negentiende eeuw was |
|
vermalen tussen socialisme en liberalisme. Hij had weinig op met nadere |
|
aanduidingen omtrent de visie en maatschappijbeschouwing van D66. Ideologieën |
|
hadden immers afgedaan en D66 was vooral een pragmatische partij. Na de periode |
|
Terlouw, die de partij als 'redelijk alternatief' wel meer in een eigen traditie |
|
trachtte te plaatsen met aandacht voor milieu, sociale vraagstukken en |
|
technologie, kwam Van Mierlo midden jaren tachtig terug met zijn rede 'Een reden |
|
van bestaan'. De primaire bestaansgrond lag volgens deze rede nog steeds in de |
|
politieke vernieuwing. Aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de kaarten wat |
|
anders te liggen. Nadat het anti-dogmatische van de partij een heel eigen dogma |
|
leek te zijn geworden, wist de groep Opschudding in 1998 dit dogma te doorbreken |
|
en slaagde ze er als eerste in de partij een ondertitel mee te geven. D66 heet |
|
vanaf dan sociaal-liberaal. Opschudding verwoordde het zo: "D66 bestaat als |
|
sociaal-liberale partij om een duurzame, democratische en open samenleving op te |
|
bouwen, waarin de mens zich ontplooit in solidariteit met anderen.". Hiermee |
|
plaatste de partij zich in de vrijzinnige internationale politieke hoofdstroom |
|
van het progressief liberalisme en in de politieke filosofie van het |
|
ontplooiingsliberalisme. Dit legde de partij vast in haar statuten alsmede in de |
|
"Uitgangspunten van D66". Met deze inbedding in het progressief liberalisme had |
|
D66 een tweede reden van bestaan. Deze tweede reden verving de eerste echter |
|
niet, de eerste ging er in wezen in op. Het ontplooiingsliberalisme stelde de |
|
vrije maar verantwoordelijke mens centraal. En het wil de mens, in |
|
gelijkwaardigheid tot elkaar, invloed geven om zelf invulling te geven aan het |
|
leven en de maatschappij. Voor dat laatste is openheid en democratie |
|
noodzakelijk en daardoor wordt de oorspronkelijke bestaansgrond ook door de |
|
tweede geïmpliceerd. Vrijzinnig Democratische Bond Met deze oriëntatie op het |
|
progressief liberalisme kan D66 beschouwd worden als de herleving van de |
|
Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De |
|
VDB ontstond in 1901 door een afsplitsing van de Liberale Unie en ging in 1946 |
|
op in de PvdA. Europa en internationaal D66 manifesteert zich als de meest |
|
Europese partij van Nederland, zo pleit de partij voor een federaal Europa in |
|
het pamflet 'De Verenigde Staten van Europa'. D66 is lid van de Liberale |
|
Internationale (LI) en van de Partij van Europese Liberalen en Democraten |
|
(ELDR). Liberaal-Democratische samenwerking Ter onderscheiding wordt D66 wel |
|
eens ingedeeld als progressief-liberaal en de VVD als conservatief-liberaal. |
|
Democraten 66 (D66) (officiële naam: « Politieke Partij Democraten 66 »; vroeger |
|
afgekort als « D'66 ») is een Nederlandse politieke partij van |
|
progressief-liberale signatuur, opgericht op 14 oktober 1966 door 44 personen |
|
(van wie 25 in andere partijen actief waren geweest). In Europees verband wordt |
|
sinds 1984 net als de VVD het Europees verkiezingsprogramma gevolgd van de |
|
Partij van Europese Liberalen en Democraten (en Radicalen) (ELDR) en |
|
samengewerkt in één liberaal-democratische fractie in het Europees Parlement als |
|
D66-delegatie en VVD-delegatie. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement |
|
in 2004 was er een lijstverbinding tussen D66 en VVD, hetwelk resulteerde in 1 |
|
Parlementszetel voor de D66-delegatie (was 2) en 4 EP-zetels voor de |
|
VVD-delegatie (was 5). De fractie van Europees Liberalen en Democraten is vanaf |
|
2004 omgedoopt in Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE; |
|
Franse afkorting ADLE), de derde fractie in het Europees Parlement, met 88 van |
|
de 732 zetels. N.B. hiervan zijn tevens zes Belgische Europarlementariërs lid: |
|
de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) / Vivant (3 zetels) en de Mouvement |
|
Réformateur (MR) (3 zetels). Volksvertegenwoordigers en bestuurders Regering In |
|
het kabinet-Balkenende II was D66 tot en met 29 juni 2006 vertegenwoordigd met |
|
twee ministers en een staatssecretaris. Ministers: mr. L.J. (Laurens Jan) |
|
Brinkhorst - minister van Economische Zaken en viceminister-president drs. A. |
|
(Alexander) Pechtold - minister van Bestuurlijke Vernieuwing en |
|
Koninkrijksrelaties Staatssecretaris: mr. M.C. (Medy) van der Laan - |
|
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Initiatiefnemers waren |
|
de journalist van het Algemeen Handelsblad Hans van Mierlo, die partijleider |
|
werd, en Amsterdams VVD-gemeenteraadslid en fractie-voorzitter Hans Gruijters. |
|
Tweede Kamer De Tweede Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van |
|
2003 uit zes personen: mr. L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan, |
|
fractievoorzitter A.D. (Bert) Bakker mr. B.O. (Boris) Dittrich B. (Boris) van |
|
der Ham mr. F. (Fatma) Koser Kaya drs. E.R.C.M. (Ursie) Lambrechts Eerste Kamer |
|
De Eerste Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2003 uit |
|
drie personen: E.H. (Eddy) Schuyer, fractievoorzitter prof. mr. J.W.M. (Hans) |
|
Engels dr. A.G. (Gerard) Schouw Europees Parlement De delegatie van D66 in het |
|
Europees Parlement maakt net als de VVD deel uit van de fractie Alliantie van |
|
Liberalen en Democraten voor Europa. D66 heeft sinds de verkiezingen van 2004 |
|
één lid in het Europees Parlement: drs. S.H. (Sophie) in 't Veld Provincies |
|
Ontstaan en geschiedenis Commissaris van de Koningin: Flevoland - mr. M.J.E.M. |
|
(Michel) Jager Utrecht - mr. B. (Boele) Staal Gedeputeerde Staten: Noord-Holland |
|
- P.J.M. (Patrick) Poelmann Provinciale Staten: Zeeland - 1 van de 47 zetels |
|
Noord-Brabant - 3 van de 79 zetels Limburg - 2 van de 63 zetels Groningen - 2 |
|
van de 55 zetels Friesland - 1 van de 55 zetels Drenthe - 2 van de 51 zetels |
|
Overijssel - 2 van de 63 zetels Flevoland - 2 van de 47 zetels Gelderland - 3 |
|
van de 75 zetels Utrecht - 4 van de 63 zetels Noord-Holland - 5 van de 83 zetels |
|
Zuid-Holland - 4 van de 83 zetels Jongerenorganisatie De jongerenorganisatie van |
|
D66 heet Jonge Democraten en draagt als ondertitel 'Vrijzinnig-democratische |
|
jongerenorganisatie'. Diverse leden van deze organisatie zijn later binnen D66 |
|
politiek actief geworden, waaronder Boris van der Ham en Jan Paternotte. |
|
Gemeenten Ongeveer 25 burgemeesters in Nederland zijn van D66-huize. De |
|
oprichting op 14 oktober 1966 werd voorafgegaan door het Appèl '66. D66 legde |
|
met name de nadruk op democratisering van de samenleving en een nieuw |
|
partijenstelsel. Daarnaast benadrukte de nieuwe partij geestelijke vrijheid en |
|
individuele ontplooiing. De partij heeft daarnaast ongeveer 30 wethouders, 144 |
|
gemeenteraads- en 16 deelgemeenteraadsleden (14 in Amsterdam, 2 in Rotterdam). |
|
Ledenverloop Bron: D66 - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke |
|
Partijen) D66-bewindslieden Hans Gruijters - minister van Volkshuisvesting en |
|
Ruimtelijke Ordening, kabinet-Den Uyl Medy van der Laan - staatssecretaris van |
|
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Balkenende II Ineke |
|
Lambers-Hacquebard - staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, |
|
kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Hans van Mierlo - minister van |
|
Defensie kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III, minister van Buitenlandse |
|
Zaken en vice-premier, kabinet-Kok I Aad Nuis - staatssecretaris van Onderwijs, |
|
Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Kok I Erwin Nypels - minister van |
|
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, kabinet-Van Agt III Alexander Pechtold |
|
- minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, |
|
kabinet-Balkenende II Max Rood - minister van Binnenlandse Zaken, kabinet-Van |
|
Agt III Michiel Scheltema - staatssecretaris van Justitie, kabinet-Van Agt II |
|
Winnie Sorgdrager - minister van Justitie, kabinet-Kok I Haijo Apotheker - |
|
minister van Landbouw, kabinet-Kok II Jan Terlouw - minister van Economische |
|
Zaken, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Dick Tommel - staatssecretaris |
|
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, kabinet-Kok I Hans |
|
Wijers - minister van Economische Zaken, kabinet-Kok I Henk Zeevalking - |
|
staatssecretaris van Justitie, kabinet-Den Uyl en minister van Verkeer en |
|
Waterstaat, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Els Borst - minister van |
|
Volksgezondheid en vice-premier, kabinet-Kok I en kabinet-Kok II Roger van |
|
Boxtel - minister van Grotesteden- en Integratiebeleid, kabinet-Kok II Laurens |
|
Jan Brinkhorst - staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, kabinet-Den Uyl, |
|
minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kabinet-Kok II en minister van |
|
Economische Zaken, kabinet-Balkenende II, vanaf 30 maart 2005 tevens |
|
vice-premier Wim Dik - staatssecretaris van Economische Zaken, kabinet-Van Agt |
|
II en kabinet-Van Agt III Jacob Kohnstamm - staatssecretaris van Binnenlandse |
|
Zaken, kabinet-Kok I Jan Glastra van Loon - staatssecretaris van Justitie, |
|
kabinet-Den Uyl Aar de Goede - staatssecretaris van Financiën, kabinet-Den Uyl |
|
Thom de Graaf - vice-premier en minister van Bestuurlijke vernieuwing en |
|
Koninkrijksrelaties, kabinet-Balkenende II Literatuur Menno van der Land: " |
|
Tussen ideaal en illusie. De geschiedenis van D66 1966 - 2003 " () Zie ook |
|
Progressief liberalisme Lux Voor Kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen |
|
2006 Externe links Bij de Kamerverkiezingen in 1967 behaalde de partij meteen 7 |
|
zetels; en bij die van 1971 11 zetels, in een alliantie met de PPR en de PvdA. |
|
Van Mierlo streefde naar een progressieve volkspartij. Deze vorming mislukte en |
|
in 1972 zakte de partij naar 6 zetels. Na de formatie van het kabinet (waaraan |
|
D66 deelnam) trad Van Mierlo af als fractievoorzitter, vanwege onvoldoende steun |
|
in de fractie, ten gunste van Jan Terlouw. Website D66 |
|
http://www.liberaal.info/Liberaal.info) D66 bleef in de regering. Dit werd door |
|
de eigen aanhang niet begrepen en de partij zakte naar 6 zetels. De nog |
|
desastreuzer verlopen Statenverkiezingen in 1974 leidden tot een grote crisis in |
|
de partij. Veel leden zegden op, en er werd getwijfeld aan het bestaansrecht van |
|
de partij. De meerderheid van de leden was voor het opheffen van de partij, maar |
|
de vereiste tweederde meerderheid werd niet gehaald. Nadat de partij een jaar |
|
lang vrijwel niet actief geweest was werd in 1975 toch besloten de partij nieuw |
|
leven in te blazen. Onder leiding van Jan Glastra van Loon en Jan Terlouw werd |
|
een nieuwe koers uitgezet, die zich minder richtte op bestuurlijke vernieuwing, |
|
Terlouw benadrukte een liberalere profilering. De partij kreeg weer nieuw élan, |
|
en wist veel nieuwe leden te werven (op het dieptepunt waren er nog maar een |
|
paar honderd leden). Onder Terlouw won de partij de verkiezingen van 1981 met 17 |
|
zetels. D66 trad toe tot een coalitie met het CDA en de PvdA. In 1982 trok de |
|
PvdA zich terug uit de regering. Lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen |
|
van 2006 is Alexander Pechtold. Hij werd verkozen in de zesde telronde en haalde |
|
toen 2009 van de meer dan 3800 uitgebrachte stemmen. In een poging de partij uit |
|
de malaise te halen keerde Van Mierlo terug als partijleider. Hij pleitte voor |
|
een opheffing van de polarisatie tussen de PvdA en de VVD en richtte zich meer |
|
op individuele ontplooiing, en thema's als milieubehoud, technologische |
|
vernieuwing en vrouwenemancipatie. De herleving van de partij was succesvol en |
|
de partij behaalde in 1986 9 zetels en in 1989 12 zetels. Dit aantal werd bij de |
|
verkiezingen van 1994 verdubbeld tot 24 zetels. Door de electorale positie |
|
slaagde D66 er in om voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog een coalitie |
|
zonder confessionele partij(en) te vormen: PvdA, VVD en D66 vormden samen de |
|
eerste paarse coalitie. Ondanks een verkiezingsnederlaag in 1998 (14 zetels) |
|
bleef de partij deel uitmaken van een paarse coalitie. De regeringsdeelname |
|
leidde onder de nieuwe partijleider Thom de Graaf in 2002 tot een tweede |
|
nederlaag (7 zetels). D66 ging de oppositie in, maar bij de verkiezingen van |
|
2003 zakte de partij verder naar 6 zetels. De Graaf trad terug en werd opgevolgd |
|
door Boris Dittrich. Actualiteit Guido Gezelle-prijs De Guido Gezelleprijs is |
|
een literatuurprijs die sinds 1941 vijfjaarlijks wordt toegekend voor een in het |
|
Nederlands geschreven verzenbundel. De prijs is opgericht door het Guido |
|
Gezelle-comité en wordt toegekend door de Koninklijke Academie voor Nederlandse |
|
Taal- en Letterkunde in Gent. Gelauwerden 1962 - Gery Helderenberg voor |
|
dichtbundels verschenen in de periode 1957 - Jos De Haes voor Gedaanten 1952 - |
|
Jozef De Belder voor Ballade der onzekerheden 1947 - Marcel Brauns voor Zangen |
|
van onmacht 2002? Peter Theunynck voor De bomen zijn paars en de hemel 1997 - |
|
Charles Ducal voor Moedertaal 1992 - Adriaan Magerman voor Mei Requiem 1987 - |
|
Fernand Florizoone voor Op de bermen van de tijd 1982 - Gwij Mandelinck voor De |
|
droefheid is in handbereik 1977 - Lieven Rens voor Leander 1972 - Gery |
|
Helderenberg voor Pentaphonium 1967 - René Verbeeck voor De zomer staat hoog en |
|
rijp Externe link Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde |
|
Solfège Solfège is een muzikale zangoefening, waarbij de melodie gezongen wordt |
|
zonder de tekst en met gebruikmaking van alleen de namen van de noten. Het doel |
|
van deze oefening is het muzikale gehoor te vergroten en tevens door zonder |
|
voorstudie van het blad te zingen de trefzekerheid te verhogen met betrekking |
|
tot ritme en melodie. « Solfègiëren » is het hiervan afgeleide werkwoord en |
|
betekent zowel het zingen van toonladders als het zingen van een muziekstuk met |
|
benoeming van de noten. In het professioneel muziekonderwijs (conservatoria) en |
|
in de hogere graad van de muziekscholen wordt het begrip solfège inmiddels in |
|
een bredere context gebruikt. Zo bestaan er aparte lessen ritmisch solfège (het |
|
noteren van een ritme en het uitvoeren van een genoteerd ritme) en worden het |
|
muzikaal dictee en het herkennen van akkoorden in de harmonieleer tot het gebied |
|
van de solfège gerekend. Zie ook Solmisatie Als gevolg van de taalstrijd en meer |
|
bepaald de strijd om de totale vernederlandsing van de Leuvense universiteit in |
|
de jaren '60, werd de unitaire partij in 1972 opgesplitst in een Vlaamse en een |
|
Franstalige partij, de laatste onder de naam PSC (Parti Social Chrétien, sinds |
|
mei 2002 omgevormd tot CDH: Centre Démocrate Humaniste). De CVP-staat Eind jaren |
|
'60 komt er binnen de CVP een nieuwe generatie aan de macht. Wilfried Martens |
|
als partijvoorzitter, maar vooral de populaire Leo Tindemans zorgen ervoor dat |
|
de CVP de grootste partij van het land blijft. In de jaren '70 gaat de meeste |
|
aandacht uit naar de staatshervorming. Tussen 1977 en 1981 zijn er 8 |
|
verschillende regeringen onder leiding van Tindemans, Martens, Paul Vanden |
|
Boeynants en Mark Eyskens. Tijdens de verkiezingen van november 1981 lijdt de |
|
CVP een zeer zware nederlaag. In de jaren '80 zorgt de kwestie Voeren en de |
|
plaatsing van Amerikaanse kernraketten op Belgisch grondgebied voor beroering. |
|
De meningen over dit laatste zijn verdeeld, ook binnen de CVP. Vanaf 1985 blijft |
|
de CVP bij elke verkiezing verliezen. In 1990 wordt de abortuswet tegen de wil |
|
van de CVP goedgekeurd. Begin oktober 1991 valt de regering na een bijzonder |
|
hevige communautaire confrontatie over de uitvoer van wapens naar het |
|
Midden-Oosten. Bij de daaropvolgende parlementsverkiezingen in november lijden |
|
de regeringspartijen een zware nederlaag. Periode Dehaene In 1991 wordt Jean-Luc |
|
Dehaene premier. Onder zijn bewind wordt met het Sint-Michielsakkoord, België |
|
een echte federale staat. In de jaren '90 moet er flink worden bespaard om de |
|
Maastrichtnorm te halen. De verkiezingen van 13 juni 1999 Een gestage electorale |
|
achteruitgang van de CVP sinds de jaren '80 en vooral een voedselschandaal dat |
|
in mei 1999 uitbrak, de zgn. dioxinecrisis, leidden bij de nationale en |
|
deelstaatverkiezingen van 13 juni 1999 tot een historische nederlaag voor CVP. |
|
Dehaene verliet daarop de nationale politiek, ondanks een groot aantal |
|
voorkeurstemmen. De CVP bleef weliswaar de grootste fractie in het Vlaamse |
|
parlement, maar moest in het federale parlement de VLD laten voorgaan. Bij de |
|
regeringsvorming belandde de CVP voor het eerst in veertig jaar in de oppositie, |
|
zowel op federaal als op Vlaams bestuursniveau. De coalitie zonder de CVP |
|
bestond uit drie partijen: liberalen, socialisten en groenen (de zgn. |
|
paars-groene coalitie van het kabinet Verhofstadt I). Christen-Democratisch en |
|
Vlaams Nieuwe naam: CD&V Op 9 oktober 1999 werd Stefaan De Clerck gekozen tot |
|
algemeen partijvoorzitter (als opvolger van Marc Van Peel) en startte een |
|
organisatorische en ideologische hervorming. Daarbij veranderde de partijnaam in |
|
2001 in CD&V. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zette enig herstel in. |
|
De verkiezingen van 18 mei 2003 De uitslag van de federale |
|
parlementsverkiezingen van 2003, waarin CD&V met de mediagenieke De Clerck als |
|
kandidaat premier naar de kiezer trok, was opnieuw teleurstellend. De Clerck nam |
|
ontslag als partijvoorzitter en werd vervangen door Yves Leterme, die voorheen |
|
fractieleider in de kamer was. De verkiezingen van 13 juni 2004 Leterme stuurde |
|
aan op een kartel met de Nieuw-Vlaamse Alliantie onder leiding van Geert |
|
Bourgeois, maar aanvankelijk mislukte dit. Uiteindelijk werden de gesprekken |
|
hervat en op 14 februari 2004 werd een akkoord voor een kartel ondertekend, het |
|
zogenaamde Valentijnskartel of Vlaams Kartel. Bij de verkiezingen van 2004 voor |
|
het Vlaamse Parlement haalde dit kartel een overwinning met zo'n 26% van de |
|
stemmen. Na korte maar moeilijke onderhandelingen onder leiding van Yves Leterme |
|
trad op 22 juli 2005 de regering Leterme I aan, die een coalitie is van het |
|
kartel CD&V/NVA, het kartel SP.A/Spirit en het kartel VLD/Vivant. Leterme werd |
|
als partijvoorzitter opgevolgd door Jo Vandeurzen. Politiek gedachtegoed Daar |
|
waar de Katholieke Partij in de 19de en begin 20ste eeuw een conservatieve |
|
partij was, heeft de CVP zich na de Tweede Wereldoorlog sociaal-economisch als |
|
centrumpartij (volkspartij) geprofileerd, met evenwel behoudsgezinde |
|
stellingnames in levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken. De partij wil |
|
brede bevolkingsgroepen vertegenwoordigen met als overkoepelende achtergrond de |
|
christelijke oorsprong (christen-democratie). De partij verenigt in haar bestuur |
|
en structuur uiteenlopende sociale en economische bewegingen, met traditioneel |
|
een numeriek sterke vakbondsvleugel (ACW), een middenstandsvleugel, en een |
|
kleine maar invloedrijke landbouwvleugel (via de Boerenbond). Hoewel de invloed |
|
van die groeperingen sinds de laatste partijhervormingen officieel |
|
teruggedrongen is, vormen deze stromingen nog steeds de belangrijkste basis voor |
|
de partij. Christen-Democratisch en Vlaams (afgekort als « CD&V ») is een |
|
Vlaamse, christendemocratische, politieke partij. Grote christen-democratische |
|
partijen zijn er ook in Nederland (CDA, Christendemocratisch Appel) en Duitsland |
|
(CDU, Christlich Demokratische Union). In landen met sterke socialistische |
|
partijen (bijv. Zweden) of sterke conservatieve partijen (bijv. Frankrijk) is de |
|
betekenis van christen-democratische partijen gering (bijv de Kristdemokraterna |
|
in Zweden) of onbestaande. Externe links CD&V Jongerenorganisatie CD&V Tot |
|
september 2001 heette de partij Christelijke Volkspartij (CVP). Geschiedenis |
|
Oprichting na Tweede Wereldoorlog De CVP werd opgericht op 18-19 augustus 1945 |
|
onder voorzitterschap van August de Schryver en was de opvolger van de |
|
Katholieke Partij. Bij de verkiezingen van 1946 was de CVP meteen de grootste |
|
partij. In de eerste jaren na de oorlog beroerde de koningskwestie de |
|
maatschappij en politiek. Van Unitaire partij naar spitsing Vanaf maart 1947 tot |
|
aan de verkiezingen van 13 juni 1999 nam de CVP vrijwel onafgebroken deel aan de |
|
regering, met uitzondering van de periode 1954-1958 toen een coalitie van |
|
socialisten en liberalen onder leiding van Achiel Van Acker aan de macht was. In |
|
de periode 1950-1954 vormde de CVP voor het laatst in de Belgische geschiedenis |
|
homogene regeringen. De jaren vijftig staan in het teken van de schoolstrijd. De |
|
CVP verdedigt de belangen van de vrije (vaak katholieke) scholen en wil ze |
|
financieel ondersteunen. In 1958 komt onder leiding van Gaston Eyskens het |
|
schoolpact. De Eenheidswet en het grote protest bezorgen de CVP een lagere |
|
verkiezingsscore in 1961. Frans Van der Elst Frans Van der Elst (1920 - |
|
Neder-over-Heembeek, 28 augustus 1997) was een Vlaams advocaat en politicus voor |
|
de Volksunie. Van der Elst studeerde van 1939 tot 1944 rechten, thomistische |
|
wijsbegeerte en politieke en sociale wetenschappen aan de KUL. Van 1944 tot 1958 |
|
was hij advocaat bij de balie van Brussel. Hij pleitte in verschillende |
|
repressiezaken, o.a. die van VNV-leider Hendrik Elias, wiens raadsman hij zou |
|
blijven. Als legataris van Elias ' archief publiceerde hij in 1974 de eerste |
|
uitgebreide analyse van diens rol als VNV-leider. Vanaf 1948 speelde Van der |
|
Elst een aanzienlijke rol in de herleving van de Vlaamse Beweging en het |
|
Vlaams-nationalisme, waarvan hij als publicist, redenaar en als partijvoorzitter |
|
van de Volksunie de inhoud mede bepaalde. Bij de parlementsverkiezingen van 1949 |
|
stond hij in Brussel op de Vlaams-nationale lijst-Edmond van Dieren. In deze |
|
periode werd er volop gediscussieerd over de heroprichting van een autonome |
|
Vlaams-nationale partij. Vanaf 1950 was hij een der hoofdrolspelers in het |
|
Vlaams Comité voor Federalisme, een studie- en drukkingsgroep die in 1954, in |
|
samenwerking met Waalse federalisten, een voorstel van federale grondwet voor |
|
België publiceerde. In 1951 hield hij zijn eerste publieke pleidooi voor |
|
amnestie. In 1954 werd Van der Elst medeoprichter van de Christelijke Vlaamse |
|
Volksunie, die nog tijdens datzelfde jaar de Volksunie werd. Hij werd |
|
partijvoorzitter (1955-1975), Kamerlid (1958-1974) en senator (1974-1985). In |
|
1983 werd hij de allereerste Vlaams-nationalistische minister van staat. Van |
|
1958 tot het einde van de jaren 1960 was Van der Elst de woordvoerder van zijn |
|
partij in alle belangrijke parlementaire debatten. Het vertrouwen van de |
|
Vlaams-nationalisten in Van der Elst kwam voor het eerst onder zware druk toen |
|
de Volksunie de Egmont- en de Stuyvenbergakkoorden ondertekende en toetrad tot |
|
de Belgische regering (1977-1978). Na het Egmont-experiment trok hij zich |
|
systematisch terug uit het politieke leven. Astrid van Zweden Astrid Sofia |
|
Lovisa Thyra (Stockholm 17 november 1905 -- Küssnacht 29 augustus 1935), prinses |
|
van België, hertogin van Brabant, prinses van Zweden, was de dochter van prins |
|
Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken. Door haar huwelijk in 1926 |
|
met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold, werd zij na de dood van koning |
|
Albert I in 1934 koningin der Belgen. Zij verwierf op zeer korte tijd zeer grote |
|
populariteit bij de bevolking, maar kwam in 1935 op 29-jarige leeftijd om het |
|
leven bij een auto-ongeval in het Zwitserse Küssnacht. Zij was de moeder van de |
|
latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine-Charlotte van |
|
Luxemburg (11 oktober 1927). Zie ook Het Belgische vorstenhuis Hoofdredacteurs |
|
Jan Baptist Napolitaan van Os (1891-1893), Jan van Kerckhoven (1893 - 1899) |
|
Frans Goris (1899 - 1938) Louis Kiebooms (1938 - 1949) Louis Meerts (1949 - |
|
1985) Lou de Clerck (1985 - 1991) Jos Huypens (1991 - 1996) Luc Van Loon (1996 - |
|
2004) Luc Rademakers (2004 -) Externe links Officiële site Gazet van Antwerpen |
|
Geschiedenis van de Gazet van Antwerpen Officiële site Regionale Uitgeversgroep |
|
Officiële site Concentra Is de "vrije pers" nog vrij? - 18 augustus 2004 - |
|
Opinieartikel van Rudi De Ceuster naar aanleiding van het ontslag van Luc Van |
|
Loon Gazet van Antwerpen De Gazet van Antwerpen is een Nederlandstalige Vlaamse |
|
krant met vier edities: een stadseditie metropool en daarnaast edities Kempen, |
|
Mechelen-Lier en Waasland, uitgegeven door Concentra. Hoewel de naam anders doet |
|
vermoeden, heeft de krant een bovenregionale verspreiding en wordt ze gelezen in |
|
heel Vlaanderen. GvA is een regionale kwaliteitskrant. Dagelijks rollen |
|
gemiddeld 120.000 exemplaren van de pers. Geschiedenis Gazet van Antwerpen |
|
verscheen voor het eerst op 3 november 1891 en was een initiatief van Jan |
|
Baptist Napolitaan van Os, meteen ook de eerste hoofdredacteur. De eerste krant |
|
werd gedrukt op 8000 exemplaren, telde 4 bladzijden en kostte slechts 2 |
|
Belgische centimes. In 1893 werd de NV De Vlijt opgericht die de krant uitgaf. |
|
In 1996 richtte NV De Vlijt samen met de NV Concentra, uitgever van Het Belang |
|
van Limburg, de Regionale Uitgevers Groep (RUG) op. Sinds het begin van de |
|
eenentwintigste eeuw onderging de redactionele stijl een facelift, waarbij GvA |
|
in een korte tijd evolueerde naar een moderne krant met een brede levensvisie. |
|
In augustus 2004 werd Dr. Luc Rademakers de nieuwe hoofdredacteur van de krant. |
|
Hij was voordien hoofdredacteur van de gratis krant Metro en gaf Gazet van |
|
Antwerpen een jonger, en ondertussen breed gewaardeerd, imago. In datzelfde jaar |
|
verscheen de krant, als eerste 'klassieke' Belgische krant, op tabloidformaat. |
|
Volgens het CIM (Centrum voor Informatie over de Media) is het lezersbereik van |
|
Gazet van Antwerpen de afgelopen jaren fel gestegen. De verkoop zelf volgt de |
|
tendens van de Vlaamse krantenmarkt. Boelwerf Boelwerf was het grootste |
|
Belgische scheepsbouwbedrijf. Het was gelegen in Temse aan de Schelde en in 1829 |
|
opgericht door Bernard Boel (1798-1872), oorspronkelijk timmerman op de |
|
scheepswerven in Antwerpen-Zuid, die opgevolgd werd door zijn zoon Jozef Boel. |
|
De eerste 50 jaar bouwde de scheepswerf houten schepen en werkten er slechts |
|
enkele werknemers. Het bedrijf bouwde gemiddeld één boot, voornamelijk tjalken, |
|
per jaar. Vanaf 1900 begon het aantal schepen dat gebouwd werd, langzaam te |
|
stijgen, en nam ook het aantal werknemers toe. De grootste bloei ontstond echter |
|
na de Tweede Wereldoorlog, toen het bedrijf, dat toen J. Boel & Zonen heette, |
|
internationaal doorbrak. Toen de werf in 1979 haar 150-jarig bestaan vierde, |
|
telde zij 3000 werknemers, een aanzienlijk deel van de bewoners van Temse. De |
|
privé-onderneming was uitgegroeid tot een middelgrote werf met wereldfaam. Het |
|
jubileum viel samen met de bouw van een LPG-tanker van 57.000 m3 met een zeer |
|
symbolisch bouwnummer: op de kop 1500, de « Petrogas II », die thans onder de |
|
naam « Hariette N » onder de vlag van Singapore vaart. In dezelfde periode |
|
groeide ook de syndicale delegatie uit tot een inspirerend voorbeeld voor het |
|
'strijdsyndicalisme' in België. De boegbeelden van deze stroming, Jan Cap (ACV) |
|
en Karel Heirbout (ABVV), kregen nationale bekendheid. Na een reeks |
|
afsplitsingen op 19 december 1980 van holdingsmaatschappijen en scheepsfirma's, |
|
zoals Almabo en Exmar, bleef de eigenlijke werf over onder de naam Boelwerf. Na |
|
het faillissement in 1982 van de Cockerill Yards, een werf in Hoboken aan de |
|
overkant van de Schelde, nam Boelwerf ook de werf van Cockerill over. De |
|
onderneming groeide daardoor nog tot 3500 werknemers op twee grote werven. Door |
|
de internationale crisis in de scheepsbouwsector raakte deze onderneming |
|
halverwege de jaren '80 in de problemen, en werd zij op 28 oktober 1992 failliet |
|
verklaard. De curator legde klacht neer wegens fraude, een klacht die hij later |
|
weer introk. De werf was al die tijd overeind gehouden door de overheid, die |
|
grote bedragen aan goedkope scheepkredieten toegestaan had aan de |
|
scheepseigenaren. Deze kredieten zijn later voor een groot deel kwijtgescholden |
|
of verloren gegaan. Na stakingen en een bezetting werd het bedrijf in 1993 weer |
|
opgestart, nu met deelneming van de Vlaamse overheidsholding Gimvindus en onder |
|
de naam Boelwerf Vlaanderen. Deze werkte de laatste (zeven) bestellingen af, |
|
waarna zij op 30 november 1994 ook failliet ging. De curator, een andere dan die |
|
van de oude Boelwerf, had opnieuw veel moeite om alles ordentelijk op te ruimen. |
|
De bestuurders van Boelwerf Vlaanderen werden op 12 oktober 2004 veroordeeld |
|
voor fraude met Europese opleidingssubsidies. Het bedrijventerrein in Temse is |
|
thans opgekocht om er woningen te bouwen. www.aclvb.be Algemene Centrale Der |
|
Liberale Vakbonden Van België De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van |
|
België (ACLVB) of Centrale Générale des Syndicats Libéraux de Belgique (CGSLB) |
|
is een van de drie representatieve vakbonden in België. De Liberale Vakbond |
|
vertegenwoordigt ongeveer 220.000 werknemers in België. De ACLVB hangt een |
|
sociaal-liberale filosofie aan en is daarmee een van de weinige vakbonden die |
|
zich dan ook ten volle steunt op de liberale ideologie. Centraal staat daarbij |
|
overleg. Stakingen worden gezien als een ultiem drukkingsmiddel, dat pas |
|
gebruikt wordt wanneer andere drukkingsmiddelen niet blijken te helpen. De ACLVB |
|
vindt net als de andere Belgische vakbonden haar oorsprong in de tweede helft |
|
van de 19e eeuw. Ze is gegroeid uit verschillende liberale vakverenigingen die |
|
overal in het land ontstonden. In 1920 leidde dat tot de oprichting van de « |
|
Nationale Centrale der Liberale Vakbonden van België ». De naam werd in 1939 |
|
veranderd in ACLVB. De Liberale Vakbond onderscheidt zich van de andere |
|
Belgische vakbonden door haar interprofessionele structuur. Arbeiders en |
|
bedienden uit verschillende sectoren maken deel uit van dezelfde organisatie. |
|
Dit in tegenstelling tot het christelijke ACV en het socialistische ABVV die |
|
bestaan uit verschillende vakgroepen. Enige uitzondering is het Vrij Syndicaat |
|
Voor Het Openbaar Ambt (« VSOA ») dat de ambtenaren vertegenwoordigt binnen de |
|
ACLVB. De ACLVB kende een gestage groei tijdens de laatste jaren. Dat vertaalde |
|
zich onder meer in een stijging van het aantal mandaten in de werknemersorganen |
|
in de bedrijven na de laatste sociale verkiezingen. Internationaal gezien maakt |
|
de ACLVB deel uit van het Internationaal Verbond Van Vrije Vakverenigingen (« |
|
IVVV ») en het Europees Vakverbond (« EVV »). Voorzitter van de ACLVB is Guy |
|
Haaze, de nationaal secretarissen zijn Luk De Vos en Bernard Noël. Externe link |
|
|