IWPT_2020 / UD_Dutch-LassySmall /nl_lassysmall-ud-test.txt
de-francophones's picture
Upload folder using huggingface_hub (#1)
22e4ecd verified
6. Gemeentelijk niveau: Elke Belgische gemeente heeft een gemeenteraad
(wetgevende macht) en schepencollege (uitvoerende macht), met als hoofd de
burgemeester. Het voordeel van een dergelijke staatsstructuur is dat elke
cultuur zich kan emanciperen zonder andere culturen te domineren. Op deze manier
kunnen culturen in een land samenleven zonder dat nationalisme
noodzakelijkerwijs de kop opsteekt en het land verscheurt. Daarom ook is België
een voorbeeld voor andere naties, bijvoorbeeld voor de ex-Joegoslavische landen.
Zie ook: Het Belgische vorstenhuis Eedaflegging in België Politieke bewegingen
die het communautarisme problematiseren Niettegenstaande bovenstaand ideaalbeeld
zijn er taalpartijen als de FDF en UF, vanuit Duitstalige hoek de PJU-PDB en
vanuit de Vlaamse Beweging voortgekomen partijen als Spirit, de N-VA en Vlaams
Belang, welke laatste twee separatisme van Vlaanderen voorstaan. Daarnaast zijn
er Belgicistische partijen als de BUB en een drukkingsgroep als B Plus, die
hernieuwd unitarisme voorstaan. Voorts zijn er kleine groepen die België willen
aanhechten bij Nederland (Heel-Nederlanders) dan wel bij Frankrijk (rattachisme)
dan wel Vlaanderen bij Nederland willen doen aansluiten (Groot-Nederlanders).
Overheid Kenmerkend voor België is de wafelijzerpolitiek en de communautaire
kwesties. Politie België werd in oude tijden bevolkt door verschillende
Keltische stammen, waarvan de Menapii de belangrijkste zijn. In de Romeinse tijd
werden de Keltische stammen in het gebied tussen Noordzee, Rijn, Seine en Marne
(Zuid-Nederland, België, Noord-Frankrijk en delen van West-Duitsland) samen
aangeduid met het woord Belgae. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de
huidige Belgen niet afstammen van de Belgae. Het gebied maakte deel uit van de
Romeinse Rijk alvorens in een aantal feodale staten tijdens de middeleeuwen werd
verdeeld. Tijdens de middeleeuwen werd wat nu onder het huidige België verstaan
wordt verdeeld tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Schelde werd beschouwd
als grens tussen de beide rijken. Het gebied van huidige België kwam in handen
van de Habsburgers in de 15e eeuw (zie Habsburgse Nederlanden) en werd aan het
einde van de 18e eeuw overgenomen door de Fransen. Na de nederlaag van Napoleon
in 1815 ging België op in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden om zo een
bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. België werd in 1830 uitgeroepen tot een
onafhankelijke constitutionele monarchie (zie ook: Omwenteling van 1830). Sedert
de politiehervorming die in België werd doorgevoerd (WET 07/12/1998) bestaat er
nog slechts 1 politiedienst, namelijk een "geïntegreerde politie gestructureerd
op 2 niveaus". Deze 2 niveaus bestaan uit een federale politie en een lokale
politie -- die onderling communiceren via welbepaalde kanalen. De vroegere
politiediensten (gemeentepolitie, gerechtelijke politie, rijkswacht,...) werden
alle afgeschaft. Parlement De zeven parlementen hebben in totaal 631 leden:
Senaat (74 leden) Kamer van Volksvertegenwoordigers (150 leden) Vlaams parlement
(124 leden) Parlement van de Franse Gemeenschap (Parlement de la Communauté
française de Belgique) (94 leden, namelijk de 75 leden van het Waals Parlement
en de 19 Franstalige leden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement) Waals
Parlement (75 leden) Raad van de Duitstalige gemeenschap (25 leden) Brussels
Hoofdstedelijk Parlement (89 leden) De zes regeringen zijn: Federale regering
(21 ministers en staatssecretarissen) Vlaamse regering (10 ministers) Waalse
regering (9 ministers) Regering van de Franse Gemeenschap (6 ministers)
Brusselse Hoofdstedelijke Regering (8 ministers en staatssecretarissen) Regering
van de Duitstalige Gemeenschap (4 ministers) Zie verder: Lijst van Belgische
politieke partijen (partijen die in heel het land actief zijn) Lijst van Vlaamse
politieke partijen (partijen die enkel in Vlaanderen actief zijn) Lijst van
Franstalige politieke partijen (partijen die enkel in het Franstalige
landsgedeelte actief zijn) Lijst van Belgische nationale regeringen Lijst van
premiers van België Lijst van familiale verbanden tussen Belgische politici
Lijst van Belgische politici die van partij wisselden Premier: Guy Verhofstadt
Media België werd bezet door Duitsland tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
De spanningen tussen Nederlandstalige Vlamingen in het noorden en de
Franssprekende Walen in het zuiden hebben de laatste jaren geleid tot
constitutionele amendementen. Zo werd België een federale staat met 3 gewesten
en gemeenschappen. (zie Staatsstructuur) Zie ook: Communicatie in België Sport
Er worden vele sporten beoefend in België. Reeds in het begin van de 20ste eeuw
groeiden voetbal en wielrennen uit tot de populairste sporten, met uitgebreide
verslaggeving door pers. Als hobby en spel bij jongeren is voetbal ook de meest
beoefende sport. Zie ook: Voetbal in België Eten en drinken De Belgische keuken
staat bekend om zijn lekkere eten. Zie ook: Belgische gerechten Cultuur
Demografie Lijst van musea in België Onderwijs Er zijn universiteiten in
Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Luik (Liege), Leuven, Louvain-la-Neuve,
Diepenbeek, Bergen (Mons), Namen (Namur), Kortrijk, Gembloers (Gembloux) en
Aarlen (Arlon). Maar in absolute aantallen zijn de universiteiten van Gent en
Leuven de belangrijkste voor Vlaanderen met beide meer dan 25.000 studenten. De
Université catholique de Louvain (UCL) is de grootste Franstalige universiteit.
Het land heeft ook talrijke muziek-, architectuur- en kunstscholen (de
zogenaamde "academies"). Zie ook: Lijst van universiteiten (onder 1.1.) Verkeer
en vervoer In België is er een goed wegennet van autosnelwegen en Expresswegen.
Er is ook een spoorwegnet, geëxploiteerd door de Nationale Maatschappij der
Belgische Spoorwegen (NMBS). Er zijn luchthavens bij Brussel. Defensie Beroemde
Belgen Bevolking Hergé Henri Lafontaine Gerardus Mercator Eddy Merckx Paul Otlet
Peter Paul Rubens Adolphe Sax Georges Simenon Simon Stevin Andreas Vesalius
Ambiorix Jacky Ickx Raymond Ceulemans Toots Thielemans Paul Janssen Godfried van
Bouillon Leo Baekeland Peter Benoit Jacques Brel Pieter Breugel Hendrik
Conscience Adolf Daens Pater Damiaan César Franck Bronnen NIS - structuur van de
bevolking WESP: historical demographical data Zie ook Portaal over België
Artikels over België België van A tot Z Geschiedenis van België Zoetwater in de
Benelux Externe links Overheidssites Federale portaalsite Belgische grondwet
Belgische premiers Officiële site van de Belgische Monarchie Nationaal Instituut
voor de Statistiek België Overige Belgisch patrominium in beeld VL Belgian
History Index «... meer externe links in de Open Directory » Het Nederlands is
de officiële taal in het Vlaams Gewest en samen met het Frans in Brussel,
terwijl het Frans in Wallonië de officiële taal is, naast het Duits in enkele
oostelijke gemeenten. De hoofdstad Brussel is formeel tweetalig, maar de
praktijk wijst uit dat de meerderheid van de bevolking Frans spreekt. De tussen
Nederland en het Franstalige Wallonie ingeklemde Voerstreek is een enclave welke
onderdeel is van Vlaanderen, en formeel derhalve Nederlandstalig. bar:Belgien
Demografie . België heeft nu ruim 10,5 miljoen inwoners. Het Vlaams Gewest heeft
er daarvan 6,0 miljoen, het Waals Gewest 3,4 miljoen en het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest 1,0 miljoen. In vergelijking met andere landen is de
Belgische bevolking relatief traag gegroeid: 4,5 miljoen in 1850, bijna 7
miljoen in 1900, 10 miljoen in 2000. Ter vergelijking: de Nederlandse bevolking
evolueerde van « de helft minder » (3 miljoen in 1850) tot meer dan « de helft
meer » (16 miljoen in 2000). Taal België Gesproken talen in België zijn:
Nederlands (ca. 60%) Frans (ca. 40%) Duits (<1%) Gebarentalen: Vlaamse
Gebarentaal (VGT, ca. 6000 moedertaalgebruikers), Frans-Belgische Gebarentaal
(LSFB, ca. 5000 moedertaalgebruikers). Religies Statistieken over de
geloofsopvattingen van de Belgische bevolking zijn over het algemeen
onbetrouwbaar. De overgrote meerderheid van de Belgen is katholiek: naar gelang
van de bronnen 60 tot 90 %. Het wekelijkse kerkbezoek der katholieken is anno
2004 gedaald tot onder 10 percent, en volgens sommige bronnen zelfs tot onder 5
procent. De rest van de belgen is grotendeels agnost of vrijzinnig (ca. 28%),
islamitisch (ca. 4%), protestants (ca. 1%) en joods (minder dan 1%).
Bestuurlijke indeling Achtergrond Na een gelukte poging om België los te
scheuren van Nederland en een mislukte poging om aan te sluiten bij Frankrijk
(zie rattachisme), werd gekozen voor onafhankelijkheid met een koning aan het
hoofd. Dit werd, onder Engelse druk, een vorst die verwant was aan het Britse
koningshuis, Leopold van Saksen-Coburg-Gotha. Meteen werd geopteerd voor een
constitutionele monarchie, en indertijd was de grondwet de liberaalste ter
wereld. In de tweede helft van de 20ste eeuw evolueerde het politieke stelsel
naar een particratisch zuilenbestel. In de eerste decennia van het nieuwe land
was het bestuur (onder andere wegens het cijnskiesstelsel) vrijwel volledig
Franstalig en elitair. Niettemin werden de eerste taalwetten reeds gestemd op
het einde van de 19e eeuw. Hiermee werden de landstalen nog niet gelijkwaardig.
Zo zorgde de onderwijswet van 1876 er voor dat het middelbaar onderwijs in
Vlaanderen tweetalig werd, maar niet in Wallonië. Dit gelijkwaardig stellen
gebeurde pas met de taalwet van 1932, toen het middelbaar onderwijs eentalig
werd: Nederlands in Vlaanderen, en Frans bleef in Wallonië. De toepassing van de
gelijke rechten van taalgroepen in overheid, scholing en rechtspraak verliep
echter traag, onwillig en vaak slechts na lang aandringen. Dit is mee de
katalysator geweest voor een centrifugale beweging in het unitaire België. Die
werd bij de oprichting van het zogenaamde Centrum Harmel (genoemd naar politicus
Pierre Harmel) in 1948 voor het eerste officieus erkend. Het Belgische
federalisme is ongewoon in die zin dat het tegelijk ook enkele sterke unitaire
kenmerken vertoont (de openbare financiering is voor meer dan 90% unitair), en
ook tweeledig-confederalistische (de politieke partijen richten zich quasi
uitsluitend tot of de Vlaamse of de Franstalige gemeenschap; er bestaan slechts
enkele zeer kleine nationale partijen). Langzamerhand meende men dat de
tweeledige maatschappelijke structuur van België geen unitaire politieke
structuur verdraagt. België werd een gedecentraliseerde staat, om in een vijftal
staatshervormingen (in 1970, 1980, 1988-89, 1993 en 2001-2003) officieel in 1993
een federale staat te worden, in een soort dubbel federalisme. België (Frans: «
Belgique », Duits: « Belgien »), officieel het Koninkrijk België, is een
West-Europees land begrensd door de Noordzee in het westen, Nederland in het
noorden en noordoosten, Duitsland in het oosten, Luxemburg in het zuidoosten en
Frankrijk in het zuiden. Dit dubbel federalisme, met als architecten Wilfried
Martens, Jean-Luc Dehaene, Hugo Schiltz, Guy Spitaels en Jean Gol kenmerkt zich
door volgende regeringsniveaus, elk met eigen verkozen volksvertegenwoordiging
en regering: 1 federale staat 3 gewesten (zie bovenste kaart) Vlaams Gewest
(olijfgroen), Waals Gewest (rood), Brussels Hoofdstedelijk Gewest (blauw) 3
gemeenschappen (zie onderste kaart) Nederlandstalig (olijfgroen), Franstalig
(rood), Duitstalig (blauw) Bovendien omvat België vier taalgebieden: het
Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad en het Duitse taalgebied. De Vlamingen fusioneerden
onmiddellijk hun gewestelijke en gemeenschapsinstellingen. Ze hebben sindsdien 1
Vlaams parlement en 1 Vlaamse deelregering, beide met zetel te Brussel. De
Franstaligen beslisten om hun afzonderlijke bestuursorganen (Waals, Brussels,
Duitstalig, Franstalig en de lokale Franstalige gemeenschapscommissie in
Brussel) gescheiden te houden. In het Brussels Hoofdstedelijk gewest zijn de
Nederlandstalige en Franstalige gemeenschappen elk bevoegd voor de eigen
gemeenschapsmateries. De gewesten zijn vooral bevoegd voor territoriale materie
(bijvoorbeeld economie, ruimtelijke ordening, openbare werken, milieu,...). De
gemeenschappen spitsen zich toe op culturele factoren (incl. sport, onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek) en de federale staat neemt de (grote) rest voor zijn
rekening (defensie, buitenlandse zaken, economische en monetaire unie,
pensioenen, ziekteverzekering,...). Gewesten en gemeenschappen kunnen decreten
of (in het Brussels Hoofdstedelijk gewest) ordonnanties uitvaardigen die kracht
van wet hebben in het eigen gewest of de eigen gemeenschap. Een bijzonder
rechtscollege, het Arbitragehof, waakt erover dat de wetgeving van de federale
regering, de gemeenschappen en gewesten de bevoegdheidsverdeling tussen deze
verschillende entiteiten eerbiedigt. Het Arbitragehof kan wetsbepalingen
vernietigen die deze bevoegdheidsverdeling schenden. Bepaalde aspecten van dit
federalisme zijn minder verregaand dan de meeste andere federale staten (zo
hebben de deelstaten weinig fiscale autonomie en minder dan 20% van de globale
openbare uitgaven), anderen gaan dan weer verder (ontbreken van
normenhiërarchie). Heden is er in Vlaanderen een trend naar confederalisme toe.
Vlaamse onafhankelijkheid geniet echter minder bijval. Een meerderheid van de
Vlaamse partijen lijkt te kiezen voor hetzij een verder doorgedreven
federalisme, hetzij een confederalisme. Een kleine Franstalige minderheid
streeft naar aanhechting van Wallonië en Brussel bij Frankrijk. De hoofdstad van
Vlaanderen is Brussel, de hoofdstad van Wallonië is Namen. Brussel is ook de
hoofdstad van Franse Gemeenschap. Deze laatste noemt zichzelf sinds kort ook
'Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel'. De hoofdstad van de Duitstalige
gemeenschap is Eupen. Indeling Het Vlaams Gewest (Vlaanderen) is ingedeeld in 5
provincies: Antwerpen (hoofdstad Antwerpen) Limburg (hoofdstad Hasselt)
Oost-Vlaanderen (hoofdstad Gent) Vlaams-Brabant (hoofdstad Leuven)
West-Vlaanderen (hoofdstad Brugge) België bestaat maatschappelijk, cultureel,
politiek en sociologisch gezien vooral uit twee grote gemeenschappen, de
Vlamingen en de Walen. België is een federale staat bestaande uit 3
gemeenschappen, Ook het Waals Gewest (Wallonië) telt 5 provincies: Henegouwen
(met als hoofdstad Bergen) Luik (hoofdstad Luik) Luxemburg (hoofdstad Aarlen)
Namen (hoofdstad Namen) Waals-Brabant (hoofdstad Waver) Het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest is provincieloos. De provincies bestaan weer uit diverse
arrondissementen. Aan het hoofd van elke provincie staat een gouverneur. De
provinciale besturen hebben evenwel weinig gewicht. Hun bestaan wordt soms in
vraag gesteld. Een van de taken van de provinciegouverneur is het coördineren
van de hulpverlening bij rampen van grote omvang (bijvoorbeeld chemische
ongelukken in de havens). Ook het besturen van belangrijke milieuzaken zoals
kernenergie behoort tot zijn taken. Geografie Het terrein van België is
grotendeels laagland, behalve de Ardennen in het zuiden. Door het land stromen
de rivieren de Maas en de Schelde en een netwerk van kanalen. België is één van
de dichtstbevolkte landen in Europa. Historisch bestaat het land uit twee
etnische en culturele gebieden, over het algemeen Vlaanderen en Wallonië
genoemd. Vlaanderen bestrijkt de noordelijke provincies: Oost-Vlaanderen
West-Vlaanderen Antwerpen Limburg, en Vlaams-Brabant Wallonië beslaat: Vlaamse
gemeenschap Franse gemeenschap Duitstalige gemeenschap Waals-Brabant Henegouwen,
Luik provincie Luxemburg Namen De scheidingslijn loopt van oost naar west ruwweg
iets ten zuiden van Brussel. De hoofdstedelijke agglomeratie zelf wordt door
zowel Nederlandstalige als Franstalige Brusselaars bewoond. De Franstalige
aanwezigheid in Brussel is vooral het gevolg van inwijking en verfransing van de
oorspronkelijk grotendeels Nederlandstalige bevolking, immers op basis van een
studie van stadsarchieven komt Hervé Hasquin (professor aan de ULB en prominent
Franstalig MR politicus) in 1979 tot de bevinding dat ongeveer 90% van de
bevolking in 1785 nog Nederlandstalig is, terwijl de verhouding nu ongeveer net
andersom is. Geografische statistieken Totale oppervlakte: 32.545 km² waarmee
België op de 136e plaats qua grootte staat. Aantal kilometers staatsgrens:
1445,5 België grenst aan Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Nederland en de
Noordzee. Hoogste punt: Signaal van Botrange, 694 meter. Volgens het Koninklijk
Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen is het Belgisch territorium 33.990
km² als men de Belgische territoriale zone, die zich tot 12 zeemijlen in de
Noordzee uitstrekt, meerekent. Rivieren In België zijn de volgende rivieren en
stroomgebieden: Maas Schelde IJzer Dender In het uiterste oosten ook een klein
stukje stroomgebied van de Rijn en in het zuiden van de provincie Henegouwen een
stukje van het stroomgebied van de Seine. Steden alsmede drie gewesten: De
hoofdstad is Brussel. Enkele andere "grote" steden in België zijn: Antwerpen
Gent Charleroi Luik Brugge Namen Enkele andere belangrijke steden zijn: Hasselt,
Bergen, Leuven, Kortrijk, Oostende, Genk, Mechelen Zie ook: Lijst van grote
Belgische steden Lijst van Belgische gemeenten Bezienswaardigheden Zie ook:
Belgische monumenten op de Werelderfgoedlijst Milieu Vlaams Gewest Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met het milieu van België is het slecht gesteld.
Dit komt mede doordat het een doorvoerpunt is voor de industrie in Europa (zowel
op het land als op het water, door de zware industrie gebaseerd in België zelf,
door de vervuilende omringende landen (Duitsland waaronder het Ruhr-gebied,
Nederland, en Frankrijk), als door de zwakke aanpak van de regering. Natuur Een
van de meest ongerepte stukjes natuur van België zijn ongetwijfeld De Hoge
Venen. Door het strenge klimaat, de vele neerslag en de strenge, lange winters
in de streek vind je daar zeldzame plantensoorten uit Noord-Europa en de
bergstreken. Ondanks België een klein land is en echte natuur, vooral in
Vlaanderen, eerder zeldzaam is herbergt het land een groot aantal vogels,
insecten en vele planten. 20.4% van het oppervlak van het land is bedekt met
bos. Dat is vrij veel als je weet dat België een van de dichtstbevolkte naties
is van Europa. In Vlaanderen vind je vooral, naast de steden, velden gescheiden
door grachten en rijen met bomen. In die grachten kan je vele waterplanten en
insecten terug vinden. Naast die velden heb je dan hier en daar een bos die
vooral in de Kempen (ten oosten van Antwerpen en Limburg), talrijker aanwezig
zijn. In Wallonië is de natuur ongerepter. Dit komt mede omdat de
bevolkingsdichtheid veel lager is dan in VLaanderen. 1/3 van de oppervlakte van
Wallonië is bebost en dat oppervlak wordt alsmaar groter. Waterkwaliteit Vooral
in Antwerpen en Brussel is het slecht gesteld, hoewel er geen signalen bekend
zijn dat het drinkwater onbetrouwbaar zou zijn. Het water in Limburg is van veel
betere kwaliteit en in Wallonië is de waterkwaliteit uitstekend. Luchtkwaliteit
De luchtkwaliteit in Antwerpen, Brussel en omstreken, is even slecht als sommige
streken in Duitsland, China, Noord-Oost-Amerika, en Zuid-Afrika. Door de hoge
graad van luchtverontreiniging, bevat de lucht een grote hoeveelheid
kankerverwekkende stoffen. In de rest van België, vooral in Wallonië (behalve
dan de gebieden rond Luik en Charleroi), is het beter met de lucht gesteld omdat
daar grotendeels bossen en landbouwvelden liggen. Bodemverontreiniging Op
sommige plaatsen is de bodem verontreinigd door de industrie. Maar desondanks
deze vervuiling is dit één van de betere punten in België op gebied van het
milieu. Het is nog slechter gesteld in andere landen in Europa zoals
bijvoorbeeld Nederland (vanwege industrie en bemesting). Economie Vlaanderen
voegde zijn instellingen evenwel onmiddellijk samen, zodat er nog slechts één
Vlaams Parlement en één Vlaamse regering is. Franstaligen behielden alle door
hen gecontroleerde afzonderlijke verkozen volksvertegenwoordigingen en
regeringen ('executieven'). De economie van België is met name gebaseerd op de
diensten, vervoer, handel en de industrie. De mijnbouw, die ondertussen is
stopgezet, en de productie van staal, chemische producten en cement zijn
geconcentreerd in de valleien van Samber en Maas, in de Borinage rond Bergen,
Charleroi, Namen en Luik en in het Kempisch steenkoolbekken. Luik is een
belangrijk staalcentrum. Reeds lang worden metaalproducten zoals bruggen, zware
machines, industriële en chirurgische apparatuur, motorvoertuigen, werktuigen en
munitie vervaardigd. De chemische producten omvatten meststoffen, kleurstoffen,
geneesmiddelen en plastieken; de petrochemische industrie is geconcentreerd
dichtbij de olieraffinaderijen van Antwerpen. De textielproductie, die in de
middeleeuwen begon, omvat katoen, linnen, wol en synthetische vezels; tapijten
en dekens zijn belangrijke vervaardigde producten. Gent, Kortrijk, Doornik en
Verviers zijn allen textielcentra; Mechelen, Brugge en Brussel zijn beroemd
vanwege hun kant. Andere industrieën omvatten diamantslijperij (Antwerpen is een
belangrijk diamantcentrum), cement en glasproductie, en de verwerking van leer
en hout. Meer dan 75% van de elektriciteit van België wordt opgewekt uit
kernenergie. De Belgische industrie is zwaar afhankelijk van de invoer voor zijn
grondstoffen. Het meeste ijzer komt uit het bassin van Lotharingen in Frankrijk,
terwijl de non-ferro metaalproducten van ingevoerde grondstoffen worden gemaakt,
waaronder zink, koper, lood en tin. De uitvoer (handel) omvat ijzer en staal,
vervoersapparatuur, tractoren, diamanten en aardolieproducten. De industriële
centra zijn verbonden met elkaar en met de belangrijkste havens van Antwerpen en
Gent door de rivieren de Maas en de Schelde en hun zijrivieren, door een netwerk
van kanalen (in het bijzonder Albertkanaal), en door een uitgebreid
spoorwegsysteem. België heeft veel vruchtbare en goed bewaterde grond, hoewel de
landbouw slechts een klein percentage van het aantal arbeidskrachten
vertegenwoordigt. De belangrijkste gewassen zijn tarwe, haver, rogge, gerst,
suikerbieten, aardappels en vlas. Rundvee en varkens evenals de zuivelproductie
(vooral in Vlaanderen) zijn ook belangrijk. Het verwerkte voedsel omvat
bietsuiker, kaas en andere zuivelproducten; bier en andere dranken worden ook
vervaardigd. De munteenheid is sinds 1 januari 2002 de gemeenschappelijke
Europese munt euro (EUR) het enige wettelijke betaalmiddel. Voordien was dit de
Belgische frank (BEF). Deze was reeds sinds 1 januari 1999 gekoppeld aan de
gemeenschappelijke Europese munt. (1 euro = 40.3399 BEF) Van 1926 tot 1946 is er
ook als munt de Belga geweest. Deze benaming was niet populair en werd in 1946
afgeschaft. Politiek Staatsstructuur België is een federaal land en een
constitutionele monarchie met aan het hoofd een rechtstreeks afstammeling van
Koning Leopold I, momenteel koning Albert II. België telt zeven parlementen en
zes regeringen. Hierbij is de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel niet
bijgeteld als parlement. De Heilige Jozef is de patroonheilige van België. De
wapenspreuk luidt: Eendracht maakt macht. 1. Federaal niveau: Koning Albert II
Federaal Parlement, met Senaat en Kamer van Volksvertegenwoordigers Federale
Regering Federale Instellingen 2. Gemeenschapsniveau: België is onderverdeeld in
4 verschillende gemeenschappen: de Franstalige Gemeenschap, de Duitstalige
Gemeenschap, het Gemeenschappelijke Gemeenschap (Brussel), onderverdeeld in een
Vlaamse Gemeenschap en Franstalige Gemeenschap. de Vlaamse Gemeenschap. De
gemeenschappen staan in voor persoongebonden materies: culturele
aangelegenheden, onderwijs, gezondheid, welzijn en taalgebruik. Elke gemeenschap
heeft een gemeenschapsraad (d.i. de wetgevende macht) en gemeenschapsregering
(uitvoerende macht). De Vlaamse gemeenschap en het Vlaams gewest hebben echter
een gemeenschappelijk parlement en regering, omdat in tegenstelling met het
Waals Gewest er in het Vlaams Gewest maar 1 taal gesproken wordt: het
Nederlands. In het Waals Gewest is dat Frans en Duits, daarom is er nood aan een
apart bestuur voor de Franstalige Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. 3.
Gewestelijk niveau: België is onderverdeeld in 3 gewesten: het Waals Gewest het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest het Vlaams Gewest De gewesten staan in voor
grondgebied-gerelateerde materies: ruimtelijke ordening, milieu, landbouw,
huisvesting, energie, werkgelegenheid, openbare werken en vervoer, economie en
buitenlands handel, toezicht gemeenten en provincies en
ontwikkelingssamenwerking. Elk gewest heeft een parlement en regering. 4.
Taalgebieden: België heeft 4 taalgebieden: het Franstalig taalgebied, het
Duitstalig taalgebied, het Tweetalig gebied (Brussel) en het Nederlandstalig
taalgebied. 5. Provinciaal niveau: België telt 10 provincies. Geschiedenis
Verhofstadt! In 1982 werd de dan 29-jarige Guy Verhofstadt voorzitter van de
partij. Tijdens hun deelname aan de regering werd hij tussen 1986 en 1988 zelfs
vice-premier en minister van Begroting. Annemie Neyts volgde hem op als de
eerste vrouwelijke partijvoorzitter. In 1989 nam Verhofstadt de
voorzittersfakkel weer over. In deze periode schreef hij zijn burgermanifesten.
Van PVV naar VLD In 1992 werd de partij onder impuls van Verhofstadt omgevormd
naar de VLD. Naast een nieuwe naam kwamen er ook veel verruimers die toetraden
tot de nieuwe partij, vooral enkele bekende figuren uit de toenmalige Volksunie
maakten de overstap. Bijvoorbeeld Jaak Gabriels, toenmalige voorzitter van de VU
en Hugo Coveliers. Vanaf begin jaren 90 ging de VLD er bij elke verkiezing op
vooruit. Paars Na de dioxinecrisis in 1999 ging de VLD er opnieuw sterk vooruit
en werd nipt de grootste partij van Vlaanderen. Guy Verhofstadt werd eerste
minister van de federale regering en Patrick Dewael minister-president van de
Vlaamse Regering. Beide stonden ze aan het hoofd van een paarsgroene coalitie.
Na de federale verkiezingen van 2003 gingen de paarse partijen verder zonder
Groen!. Dewael stapte over naar de federale regering en Bart Somers werd
minister-president. De verkiezingen van 2004 De aanloop naar de Vlaamse
verkiezingen van 2004 werd voor de VLD gekenmerkt door enkele zware aanvaringen
tussen figuren aan de top van de partij. Zo werd Hugo Coveliers uit de partij
gezet door zijn aanhoudende kritiek op het aanhouden van het cordon sanitaire.
Ook moest Karel De Gucht tijdelijk aftreden als voorzitter. In 2003 onthield de
partij zich bij de stemming over het toekennen van het vreemdelingenstemrecht,
hoewel altijd gezegd werd dat de partij ertegen was. Dit alles zorgde voor een
erg slecht resultaat in de verkiezingen. Dit was ook de periode waarin heel wat
liberale scheurlijsten werden gevormd zoals het Liberaal Appèl van Ward Beysen,
Veilig Blauw van Leo Govaerts en VLOTT van Hugo Coveliers. De verkiezingen van
2006 De partij verloor zwaar in drie vierde van alle gemeenten waar ze deelnam
aan de gemeenteraadsverkiezingen. Daags na de verkiezingen verzocht voorzitter
Somers de interne tuchtcommissie om senator Jean-Marie Dedecker uit de partij te
zetten, omdat hij zorgde voor te veel onrust binnen de partij. De tuchtcommissie
besliste op maandag 16 oktober 2006 dat Jean-Marie Dedecker uitgesloten wordt
uit de VLD. Vlaamse Liberalen en Democraten Bekende VLD-ers Enkele bekende
VLD-leden zijn: Marino Keulen (minister van Binnenlandse Zaken, Wonen en
Inburgering in de Vlaamse regering) Herman De Croo (voorzitter van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers) Fons Borginon (fractieleider in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers) Paul Wille (fractieleider in de Senaat) Patricia
Ceysens (fractieleidster in het Vlaams Parlement) Jean-Luc Vanraes
(fractieleider in het Brussels Parlement) Dirk Sterckx (Europees parlementslid)
Annemie Neyts (Europees parlementslid) Bart Somers (voorzitter) Guy Verhofstadt
(huidige Belgische eerste minister) Patrick Dewael (minister van Binnenlandse
Zaken) Karel De Gucht (minister van Buitenlandse Zaken) Marc Verwilghen
(minister van Economie) Vincent Van Quickenborne (staatssecretaris voor
Administratieve Vereenvoudiging) Fientje Moerman (viceminister-president van de
Vlaamse regering) Dirk Van Mechelen (minister van Financiën, Begroting en
Ruimtelijke Ordening in de Vlaamse regering) Guy Vanhengel (minister van
Financiën, Begroting, Informatica en Externe betrekkingen in de Brusselse
regering en Collegevoorzitter van de Vlaamse Gemeenschapscommissie met als
bevoegdheden Begroting, Financiën, Onderwijs, Beroepspleiding en Communicatie)
Kritiek binnen en buiten de partij Als grootste regeringspartij is de partij
vaak het onderwerp van kritiek in de media en het grote publiek. Zo wordt de
partij een gebrek aan standvastigheid verweten in tal van politieke dossiers. In
2003 onthield de partij zich bij de stemming over het toekennen van het
vreemdelingenstemrecht, hoewel altijd was gezegd dat de partij ertegen was. Ook
bij de splitsing van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde bleef de partij
volgens velen in gebreke. De partij neemt, zoals alle andere Vlaamse en Waalse
partijen, deel aan het "cordon sanitaire" rond het Vlaams Belang. Verschillende
VLD-leden van de rechtervleugel van de partij zijn echter voor het doorbreken
van dat cordon. Sinds enkele jaren worden door de partijtop maatregelen genomen
tegen deze leden. Indien zij nog openlijk tegen het officiële partijstandpunt
ingaan, wordt er een procedure gestart om hen uit de partij te zetten. Zo werd
Hugo Coveliers, ooit door de partijtop genoemd als kandidaat voor de
burgemeesterssjerp in Antwerpen, onder andere om die reden uit de partij gezet.
Hij werd hierin voorgegaan door Ward Beysen (« Liberaal Appèl ») en Claudine De
Schepper (« VLOTT »). Patricia De Waele werd tijdelijk geschorst als partijlid.
Leo Govaerts (« Veilig Blauw »), Anke Vandermeersch (« Vlaams Blok »), Anneke
Vermeiren (« VLOTT ») en Annie De Maght (« BLAUW ») verlieten de partij uit
eigen beweging, soms onder zware druk vanwege de partijtop. Tijdens de zomer van
2005 kwam Boudewijn Bouckaert, de voorzitter van de klassiek-liberale denktank
Nova Civitas, in aanvaring met de partijvoorzitter. Bouckaert nam hierop ontslag
uit het partijbestuur. Dadelijk na de verkiezingsnederlaag bij de
gemeenteraadsverkiezingen van 2006, besliste de partijtop ook Jean-Marie
Dedecker uit de partij te zetten. Op 16 oktober bevestigde de tuchtcommissie het
besluit. Op 27 oktober besloot Bouckaert Dedecker te volgen en de partij de rug
toe te keren. Volgens Bouckaert is de VLD een "links-liberale" partij geworden
die "aanschurkt tegen de SP.a". Externe link VLD Vlaamse Liberalen en
Democraten, afgekort als VLD, is een Vlaamse, liberale, politieke partij die
85.000 leden telt (2004). Ideologie De VLD was een rechts-liberale partij.
Tijdens de jaren 80 werd partijleider Verhofstadt nog vergeleken met Margaret
Thatcher, maar tegenwoordig is de koers minder scherp. De huidige koers is nu
eerder links-liberaal, de huidige partijtop koos resoluut voor een linkser
economisch programma en een links-vrijzinnige ethiek. Geschiedenis Van Liberale
partij naar PVV Voor 1960 was de liberale partij van België nauwelijks
georganiseerd. Op het partijcongres van 1961 besloot men de stroming om te
vormen tot PVV/PLP (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang / Parti de la Liberté et
du Progrés). De partij behartigde toen uitgesproken de belangen van de
werkgevers. Van unitaire partij naar splitsing Eind jaren 60, begin jaren 70
liepen de communautaire spanningen in België hoog op. Ook binnen de liberale
familie was er onenigheid over de te varen koers. In 1972 werd de unitaire
partij opgesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij. Willy De Clercq
werd de eerste voorzitter van de Vlaamse PVV. NASA-biografie van Frimout Euro
Space Foundation Dirk Frimout Dirk Dries David Damiaan burggraaf Frimout
(Poperinge 21 maart 1941) was de eerste Vlaams-Belgische ruimtevaarder.
Biografie Opleiding en activiteiten 24 maart - 2 april 1992 - Frimout cirkelde
als 1 van de 7 astronauten met de Space Shuttle Atlantis om de aarde. 1992 -
eredoctoraat aan de Universiteit van Gent 1959 - diploma van het middelbaar
onderwijs, behaald aan het Koninklijk Atheneum Voskenslaan te Gent 1963 -
diploma van ingenieur elektronica 1970 - doctoraat in de toegepaste fysica aan
de Universiteit van Gent 1972 - postdoctoraal in het laboratorium van
atmosferische en ruimtelijke fysica in de Universiteit van Colorado. Hij sloot
zijn opleiding af als burgerlijk elektrotechnisch ingenieur en promoveerde tot
doctor in de toegepaste wetenschappen. Ondertussen werkte hij tot 1978 in het
Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie (BIRA). 1977 - stelt voor het eerst
zijn kandidatuur als astronaut. 1978-84 als coördinator van de bemanning voor
Spacelab-1 in het European Space Agency (ESA) 1984-89 werkzaam in de
Microgravity afdeling van ESTEC experimenten met EURECA en Spacelab-1. Na zijn
geslaagde vlucht ontving hij de graad van Groot Officier in de Leopoldsorde en
tevens de titel van burggraaf. Tussen 1993 en 1998 werkte hij bij Belgacom, de
Belgische Telecom-operator. In 1994 werd hij voorzitter van de Euro Space
Foundation (opgericht op 16 maart) ter bevordering van
wetenschappelijk-technische studies bij de jeugd. In juli 1998 tekende hij een
contract met de Stichting Flanders Language Valley. Hij stond aan het hoofd van
FLV Education als verantwoordelijke voor permanente vorming. Externe links
Bestuur De provincieraad van West-Vlaanderen telt 80 zetels. De zetelverdeling
is als volgt: CD&V: 32 VLD: 18 sp.a: 17 Vlaams Belang: 5 Groen!: 4 N-VA: 4 Het
dagelijks bestuur is in handen van de bestendige deputatie, samengesteld door
CD&V en sp.a. Die telt 6 leden en wordt voorgezeten door gouverneur Paul Breyne.
De uitslagen van de provincieraadsverkiezingen sinds 1994 Externe link Officiële
website West-Vlaanderen De provincie West-Vlaanderen is een van de tien
provincies van België. Het is de meest westelijk gelegen provincie in
Vlaanderen. Als Vlaamse provincie is de gebruikte taal er Nederlands, hoewel er
tegen de taalgrens de faciliteitengemeentes Spiere-Helkijn en Mesen zijn. In de
provincie wordt het typisch West-Vlaams dialect echter algemeen als omgangstaal
gebruikt. De parochies in de provincie vallen onder het Bisdom Brugge. Info
Provinciehoofdplaats: Brugge Oppervlakte: 3125 km² Hoogste punt: Kemmelberg (156
m) Belangrijkste waterlopen: IJzer, Leie, Mandel, Waardamme Aantal inwoners:
1.139.815 (op 1 juli 2005) 8 bestuurlijke arrondissementen: Brugge, Diksmuide,
Ieper, Kortrijk, Oostende, Roeselare, Tielt, Veurne Dialect: West-Vlaams
Patroonheilige: Sint-Donaas. Arrondissementen De West-Vlaamse gemeenten
Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam Luxemburg
(provincie) De provincie Luxemburg (Frans: « Luxembourg », Waals: « Lussimbork
», Luxemburgs: « Lëtzebuerg ») is een van de vijf provincies van het Waals
Gewest, België. De provincie heeft een oppervlakte van 4443 km² en telt (op 1
juli 2005) 257.114 inwoners. Ten noorden grenst de provincie aan de provincie
Luik en ten westen aan de provincie Namen. Ten zuiden grenst Luxemburg aan
Frankrijk en ten oosten aan het Groothertogdom Luxemburg. De provincie maakt
deel uit van de Ardennen. Het hoogste punt vormt de 651 meter hoge Baraque de
Fraiture in de gemeente Vielsalm. Rond de hoogste toppen is op beperkte schaal
wintersport mogelijk. Arrondissementen Overzicht van steden en gemeenten in
Luxemburg Gemeenten met een stadstitel hebben een « (stad) » achter de naam
Coalitievorming 2003 In het voorjaar van 2003 besloot D66 deel te nemen aan het
kabinet-Balkenende II, met de VVD en het CDA. Dit terwijl D66 deelname aan een
coalitie met CDA en VVD uitdrukkelijk had uitgesloten. Nadat de onderhandelingen
tussen Wouter Bos en Jan Peter Balkenende mislukt waren maakte D66 echter een
coalitie met CDA en VVD mogelijk en voorkwam aldus dat de LPF opnieuw, of de
ChristenUnie en de SGP voor het eerst in de regering zouden komen. Van het
typische D66 speerpunt « bestuurlijke vernieuwing » kwam weinig terecht, waarop
verantwoordelijk minister De Graaf uit het kabinet stapte. Hij werd tussentijds
opgevolgd door Alexander Pechtold. Interne crisis van 2006 In 2006 ontstond een
crisis binnen de partij, naar aanleiding van verliezen bij de
gemeenteraadsverkiezingen. Sommige leden, die ontevreden waren over de als
rechts ervaren koers van Balkenende-II (vooral het immigratie- en
integratiebeleid van minister Verdonk), pleitten voor opheffing van de partij;
enkele leden maakten bekend zich af te zullen splitsen onder de naam deZES. Op
het drukbezochte D66-congres van 13 mei werd een motie om uit het kabinet te
stappen evenwel door een meerderheid verworpen. De aangekondigde motie om de
partij op te heffen werd niet ingediend. Kabinetscrisis 2006 Op 29 juni 2006
veroorzaakt de partij een kabinetscrisis door een motie van afkeuring tegen
Minister Verdonk te steunen en haar vertrek te eisen. De motie wordt verworpen
doordat de LPF de coalitie wel steunt. In een vervolgdebat blijkt dat het gehele
kabinet (inclusief D66-ministers Laurens Jan Brinkhorst en Alexander Pechtold)
van mening is dat aan de verworpen motie geen conclusies verbonden hoeven te
worden. Daarop trekt de D66-kamerfractie de politieke steun voor het kabinet in
en stappen de D66-ministers op. Vervolgens stellen de andere ministers hun
portefeuille ter beschikking. Uit de Politiek Op 3 en 4 augustus hebben
respectievelijk Boris Dittrich en Lousewies van der Laan aangekondigd uit de
Tweede Kamer te stappen. Ze zullen pas na de verkiezingen van november aftreden.
Kritiek van Hans van Mierlo Op 6 oktober 2006 sprak de D66 oprichter Hans van
Mierlo openlijk zijn twijfel uit over de toekomst van de partij. Volgens Van
Mierlo heeft de partij haar geloofwaardigheid verloren door als coalitiepartner
in Balkenende II geen breekpunt te maken van het beleid van VVD-minister Rita
Verdonk. In het tv-programma EénVandaag zei hij dat de partij zich moet afvragen
'of het na veertig jaar genoeg is geweest'. Op het najaarscongres van D66, een
dag later, noemde hij D66 echter nog steeds hard nodig. Democraten 66 Reden van
bestaan Het eerste partijcongres omschreef haar als een radicale democratisering
van de Nederlandse samenleving in het algemeen en van het Nederlandse politieke
bestel in het bijzonder. Dit is een tweeslag maar de nadruk heeft lange tijd
gelegen op de laatste component, de staatsrechtelijke vernieuwing. Speerpunten
daarbij zijn het referendum, afschaffing van de Eerste Kamer, directe
verkiezingen van de minister-president en burgemeesters, en de invoering van een
gematigd districtenstelsel. Mede-oprichter Van Mierlo was dan ook een exponent
van het democratisch radicalisme, een stroming die in de negentiende eeuw was
vermalen tussen socialisme en liberalisme. Hij had weinig op met nadere
aanduidingen omtrent de visie en maatschappijbeschouwing van D66. Ideologieën
hadden immers afgedaan en D66 was vooral een pragmatische partij. Na de periode
Terlouw, die de partij als 'redelijk alternatief' wel meer in een eigen traditie
trachtte te plaatsen met aandacht voor milieu, sociale vraagstukken en
technologie, kwam Van Mierlo midden jaren tachtig terug met zijn rede 'Een reden
van bestaan'. De primaire bestaansgrond lag volgens deze rede nog steeds in de
politieke vernieuwing. Aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de kaarten wat
anders te liggen. Nadat het anti-dogmatische van de partij een heel eigen dogma
leek te zijn geworden, wist de groep Opschudding in 1998 dit dogma te doorbreken
en slaagde ze er als eerste in de partij een ondertitel mee te geven. D66 heet
vanaf dan sociaal-liberaal. Opschudding verwoordde het zo: "D66 bestaat als
sociaal-liberale partij om een duurzame, democratische en open samenleving op te
bouwen, waarin de mens zich ontplooit in solidariteit met anderen.". Hiermee
plaatste de partij zich in de vrijzinnige internationale politieke hoofdstroom
van het progressief liberalisme en in de politieke filosofie van het
ontplooiingsliberalisme. Dit legde de partij vast in haar statuten alsmede in de
"Uitgangspunten van D66". Met deze inbedding in het progressief liberalisme had
D66 een tweede reden van bestaan. Deze tweede reden verving de eerste echter
niet, de eerste ging er in wezen in op. Het ontplooiingsliberalisme stelde de
vrije maar verantwoordelijke mens centraal. En het wil de mens, in
gelijkwaardigheid tot elkaar, invloed geven om zelf invulling te geven aan het
leven en de maatschappij. Voor dat laatste is openheid en democratie
noodzakelijk en daardoor wordt de oorspronkelijke bestaansgrond ook door de
tweede geïmpliceerd. Vrijzinnig Democratische Bond Met deze oriëntatie op het
progressief liberalisme kan D66 beschouwd worden als de herleving van de
Vrijzinnig Democratische Bond (VDB) uit de eerste helft van de 20ste eeuw. De
VDB ontstond in 1901 door een afsplitsing van de Liberale Unie en ging in 1946
op in de PvdA. Europa en internationaal D66 manifesteert zich als de meest
Europese partij van Nederland, zo pleit de partij voor een federaal Europa in
het pamflet 'De Verenigde Staten van Europa'. D66 is lid van de Liberale
Internationale (LI) en van de Partij van Europese Liberalen en Democraten
(ELDR). Liberaal-Democratische samenwerking Ter onderscheiding wordt D66 wel
eens ingedeeld als progressief-liberaal en de VVD als conservatief-liberaal.
Democraten 66 (D66) (officiële naam: « Politieke Partij Democraten 66 »; vroeger
afgekort als « D'66 ») is een Nederlandse politieke partij van
progressief-liberale signatuur, opgericht op 14 oktober 1966 door 44 personen
(van wie 25 in andere partijen actief waren geweest). In Europees verband wordt
sinds 1984 net als de VVD het Europees verkiezingsprogramma gevolgd van de
Partij van Europese Liberalen en Democraten (en Radicalen) (ELDR) en
samengewerkt in één liberaal-democratische fractie in het Europees Parlement als
D66-delegatie en VVD-delegatie. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement
in 2004 was er een lijstverbinding tussen D66 en VVD, hetwelk resulteerde in 1
Parlementszetel voor de D66-delegatie (was 2) en 4 EP-zetels voor de
VVD-delegatie (was 5). De fractie van Europees Liberalen en Democraten is vanaf
2004 omgedoopt in Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE;
Franse afkorting ADLE), de derde fractie in het Europees Parlement, met 88 van
de 732 zetels. N.B. hiervan zijn tevens zes Belgische Europarlementariërs lid:
de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) / Vivant (3 zetels) en de Mouvement
Réformateur (MR) (3 zetels). Volksvertegenwoordigers en bestuurders Regering In
het kabinet-Balkenende II was D66 tot en met 29 juni 2006 vertegenwoordigd met
twee ministers en een staatssecretaris. Ministers: mr. L.J. (Laurens Jan)
Brinkhorst - minister van Economische Zaken en viceminister-president drs. A.
(Alexander) Pechtold - minister van Bestuurlijke Vernieuwing en
Koninkrijksrelaties Staatssecretaris: mr. M.C. (Medy) van der Laan -
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Initiatiefnemers waren
de journalist van het Algemeen Handelsblad Hans van Mierlo, die partijleider
werd, en Amsterdams VVD-gemeenteraadslid en fractie-voorzitter Hans Gruijters.
Tweede Kamer De Tweede Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van
2003 uit zes personen: mr. L.W.S.A.L.B. (Lousewies) van der Laan,
fractievoorzitter A.D. (Bert) Bakker mr. B.O. (Boris) Dittrich B. (Boris) van
der Ham mr. F. (Fatma) Koser Kaya drs. E.R.C.M. (Ursie) Lambrechts Eerste Kamer
De Eerste Kamerfractie van de D66 bestaat sinds de verkiezingen van 2003 uit
drie personen: E.H. (Eddy) Schuyer, fractievoorzitter prof. mr. J.W.M. (Hans)
Engels dr. A.G. (Gerard) Schouw Europees Parlement De delegatie van D66 in het
Europees Parlement maakt net als de VVD deel uit van de fractie Alliantie van
Liberalen en Democraten voor Europa. D66 heeft sinds de verkiezingen van 2004
één lid in het Europees Parlement: drs. S.H. (Sophie) in 't Veld Provincies
Ontstaan en geschiedenis Commissaris van de Koningin: Flevoland - mr. M.J.E.M.
(Michel) Jager Utrecht - mr. B. (Boele) Staal Gedeputeerde Staten: Noord-Holland
- P.J.M. (Patrick) Poelmann Provinciale Staten: Zeeland - 1 van de 47 zetels
Noord-Brabant - 3 van de 79 zetels Limburg - 2 van de 63 zetels Groningen - 2
van de 55 zetels Friesland - 1 van de 55 zetels Drenthe - 2 van de 51 zetels
Overijssel - 2 van de 63 zetels Flevoland - 2 van de 47 zetels Gelderland - 3
van de 75 zetels Utrecht - 4 van de 63 zetels Noord-Holland - 5 van de 83 zetels
Zuid-Holland - 4 van de 83 zetels Jongerenorganisatie De jongerenorganisatie van
D66 heet Jonge Democraten en draagt als ondertitel 'Vrijzinnig-democratische
jongerenorganisatie'. Diverse leden van deze organisatie zijn later binnen D66
politiek actief geworden, waaronder Boris van der Ham en Jan Paternotte.
Gemeenten Ongeveer 25 burgemeesters in Nederland zijn van D66-huize. De
oprichting op 14 oktober 1966 werd voorafgegaan door het Appèl '66. D66 legde
met name de nadruk op democratisering van de samenleving en een nieuw
partijenstelsel. Daarnaast benadrukte de nieuwe partij geestelijke vrijheid en
individuele ontplooiing. De partij heeft daarnaast ongeveer 30 wethouders, 144
gemeenteraads- en 16 deelgemeenteraadsleden (14 in Amsterdam, 2 in Rotterdam).
Ledenverloop Bron: D66 - ledentallen (Documentatiecentrum Nederlandse Politieke
Partijen) D66-bewindslieden Hans Gruijters - minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening, kabinet-Den Uyl Medy van der Laan - staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Balkenende II Ineke
Lambers-Hacquebard - staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne,
kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Hans van Mierlo - minister van
Defensie kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III, minister van Buitenlandse
Zaken en vice-premier, kabinet-Kok I Aad Nuis - staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen, kabinet-Kok I Erwin Nypels - minister van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, kabinet-Van Agt III Alexander Pechtold
- minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
kabinet-Balkenende II Max Rood - minister van Binnenlandse Zaken, kabinet-Van
Agt III Michiel Scheltema - staatssecretaris van Justitie, kabinet-Van Agt II
Winnie Sorgdrager - minister van Justitie, kabinet-Kok I Haijo Apotheker -
minister van Landbouw, kabinet-Kok II Jan Terlouw - minister van Economische
Zaken, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Dick Tommel - staatssecretaris
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, kabinet-Kok I Hans
Wijers - minister van Economische Zaken, kabinet-Kok I Henk Zeevalking -
staatssecretaris van Justitie, kabinet-Den Uyl en minister van Verkeer en
Waterstaat, kabinet-Van Agt II en kabinet-Van Agt III Els Borst - minister van
Volksgezondheid en vice-premier, kabinet-Kok I en kabinet-Kok II Roger van
Boxtel - minister van Grotesteden- en Integratiebeleid, kabinet-Kok II Laurens
Jan Brinkhorst - staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, kabinet-Den Uyl,
minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kabinet-Kok II en minister van
Economische Zaken, kabinet-Balkenende II, vanaf 30 maart 2005 tevens
vice-premier Wim Dik - staatssecretaris van Economische Zaken, kabinet-Van Agt
II en kabinet-Van Agt III Jacob Kohnstamm - staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken, kabinet-Kok I Jan Glastra van Loon - staatssecretaris van Justitie,
kabinet-Den Uyl Aar de Goede - staatssecretaris van Financiën, kabinet-Den Uyl
Thom de Graaf - vice-premier en minister van Bestuurlijke vernieuwing en
Koninkrijksrelaties, kabinet-Balkenende II Literatuur Menno van der Land: "
Tussen ideaal en illusie. De geschiedenis van D66 1966 - 2003 " () Zie ook
Progressief liberalisme Lux Voor Kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen
2006 Externe links Bij de Kamerverkiezingen in 1967 behaalde de partij meteen 7
zetels; en bij die van 1971 11 zetels, in een alliantie met de PPR en de PvdA.
Van Mierlo streefde naar een progressieve volkspartij. Deze vorming mislukte en
in 1972 zakte de partij naar 6 zetels. Na de formatie van het kabinet (waaraan
D66 deelnam) trad Van Mierlo af als fractievoorzitter, vanwege onvoldoende steun
in de fractie, ten gunste van Jan Terlouw. Website D66
http://www.liberaal.info/Liberaal.info) D66 bleef in de regering. Dit werd door
de eigen aanhang niet begrepen en de partij zakte naar 6 zetels. De nog
desastreuzer verlopen Statenverkiezingen in 1974 leidden tot een grote crisis in
de partij. Veel leden zegden op, en er werd getwijfeld aan het bestaansrecht van
de partij. De meerderheid van de leden was voor het opheffen van de partij, maar
de vereiste tweederde meerderheid werd niet gehaald. Nadat de partij een jaar
lang vrijwel niet actief geweest was werd in 1975 toch besloten de partij nieuw
leven in te blazen. Onder leiding van Jan Glastra van Loon en Jan Terlouw werd
een nieuwe koers uitgezet, die zich minder richtte op bestuurlijke vernieuwing,
Terlouw benadrukte een liberalere profilering. De partij kreeg weer nieuw élan,
en wist veel nieuwe leden te werven (op het dieptepunt waren er nog maar een
paar honderd leden). Onder Terlouw won de partij de verkiezingen van 1981 met 17
zetels. D66 trad toe tot een coalitie met het CDA en de PvdA. In 1982 trok de
PvdA zich terug uit de regering. Lijsttrekker voor de Tweede Kamerverkiezingen
van 2006 is Alexander Pechtold. Hij werd verkozen in de zesde telronde en haalde
toen 2009 van de meer dan 3800 uitgebrachte stemmen. In een poging de partij uit
de malaise te halen keerde Van Mierlo terug als partijleider. Hij pleitte voor
een opheffing van de polarisatie tussen de PvdA en de VVD en richtte zich meer
op individuele ontplooiing, en thema's als milieubehoud, technologische
vernieuwing en vrouwenemancipatie. De herleving van de partij was succesvol en
de partij behaalde in 1986 9 zetels en in 1989 12 zetels. Dit aantal werd bij de
verkiezingen van 1994 verdubbeld tot 24 zetels. Door de electorale positie
slaagde D66 er in om voor het eerst sinds de Eerste Wereldoorlog een coalitie
zonder confessionele partij(en) te vormen: PvdA, VVD en D66 vormden samen de
eerste paarse coalitie. Ondanks een verkiezingsnederlaag in 1998 (14 zetels)
bleef de partij deel uitmaken van een paarse coalitie. De regeringsdeelname
leidde onder de nieuwe partijleider Thom de Graaf in 2002 tot een tweede
nederlaag (7 zetels). D66 ging de oppositie in, maar bij de verkiezingen van
2003 zakte de partij verder naar 6 zetels. De Graaf trad terug en werd opgevolgd
door Boris Dittrich. Actualiteit Guido Gezelle-prijs De Guido Gezelleprijs is
een literatuurprijs die sinds 1941 vijfjaarlijks wordt toegekend voor een in het
Nederlands geschreven verzenbundel. De prijs is opgericht door het Guido
Gezelle-comité en wordt toegekend door de Koninklijke Academie voor Nederlandse
Taal- en Letterkunde in Gent. Gelauwerden 1962 - Gery Helderenberg voor
dichtbundels verschenen in de periode 1957 - Jos De Haes voor Gedaanten 1952 -
Jozef De Belder voor Ballade der onzekerheden 1947 - Marcel Brauns voor Zangen
van onmacht 2002? Peter Theunynck voor De bomen zijn paars en de hemel 1997 -
Charles Ducal voor Moedertaal 1992 - Adriaan Magerman voor Mei Requiem 1987 -
Fernand Florizoone voor Op de bermen van de tijd 1982 - Gwij Mandelinck voor De
droefheid is in handbereik 1977 - Lieven Rens voor Leander 1972 - Gery
Helderenberg voor Pentaphonium 1967 - René Verbeeck voor De zomer staat hoog en
rijp Externe link Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
Solfège Solfège is een muzikale zangoefening, waarbij de melodie gezongen wordt
zonder de tekst en met gebruikmaking van alleen de namen van de noten. Het doel
van deze oefening is het muzikale gehoor te vergroten en tevens door zonder
voorstudie van het blad te zingen de trefzekerheid te verhogen met betrekking
tot ritme en melodie. « Solfègiëren » is het hiervan afgeleide werkwoord en
betekent zowel het zingen van toonladders als het zingen van een muziekstuk met
benoeming van de noten. In het professioneel muziekonderwijs (conservatoria) en
in de hogere graad van de muziekscholen wordt het begrip solfège inmiddels in
een bredere context gebruikt. Zo bestaan er aparte lessen ritmisch solfège (het
noteren van een ritme en het uitvoeren van een genoteerd ritme) en worden het
muzikaal dictee en het herkennen van akkoorden in de harmonieleer tot het gebied
van de solfège gerekend. Zie ook Solmisatie Als gevolg van de taalstrijd en meer
bepaald de strijd om de totale vernederlandsing van de Leuvense universiteit in
de jaren '60, werd de unitaire partij in 1972 opgesplitst in een Vlaamse en een
Franstalige partij, de laatste onder de naam PSC (Parti Social Chrétien, sinds
mei 2002 omgevormd tot CDH: Centre Démocrate Humaniste). De CVP-staat Eind jaren
'60 komt er binnen de CVP een nieuwe generatie aan de macht. Wilfried Martens
als partijvoorzitter, maar vooral de populaire Leo Tindemans zorgen ervoor dat
de CVP de grootste partij van het land blijft. In de jaren '70 gaat de meeste
aandacht uit naar de staatshervorming. Tussen 1977 en 1981 zijn er 8
verschillende regeringen onder leiding van Tindemans, Martens, Paul Vanden
Boeynants en Mark Eyskens. Tijdens de verkiezingen van november 1981 lijdt de
CVP een zeer zware nederlaag. In de jaren '80 zorgt de kwestie Voeren en de
plaatsing van Amerikaanse kernraketten op Belgisch grondgebied voor beroering.
De meningen over dit laatste zijn verdeeld, ook binnen de CVP. Vanaf 1985 blijft
de CVP bij elke verkiezing verliezen. In 1990 wordt de abortuswet tegen de wil
van de CVP goedgekeurd. Begin oktober 1991 valt de regering na een bijzonder
hevige communautaire confrontatie over de uitvoer van wapens naar het
Midden-Oosten. Bij de daaropvolgende parlementsverkiezingen in november lijden
de regeringspartijen een zware nederlaag. Periode Dehaene In 1991 wordt Jean-Luc
Dehaene premier. Onder zijn bewind wordt met het Sint-Michielsakkoord, België
een echte federale staat. In de jaren '90 moet er flink worden bespaard om de
Maastrichtnorm te halen. De verkiezingen van 13 juni 1999 Een gestage electorale
achteruitgang van de CVP sinds de jaren '80 en vooral een voedselschandaal dat
in mei 1999 uitbrak, de zgn. dioxinecrisis, leidden bij de nationale en
deelstaatverkiezingen van 13 juni 1999 tot een historische nederlaag voor CVP.
Dehaene verliet daarop de nationale politiek, ondanks een groot aantal
voorkeurstemmen. De CVP bleef weliswaar de grootste fractie in het Vlaamse
parlement, maar moest in het federale parlement de VLD laten voorgaan. Bij de
regeringsvorming belandde de CVP voor het eerst in veertig jaar in de oppositie,
zowel op federaal als op Vlaams bestuursniveau. De coalitie zonder de CVP
bestond uit drie partijen: liberalen, socialisten en groenen (de zgn.
paars-groene coalitie van het kabinet Verhofstadt I). Christen-Democratisch en
Vlaams Nieuwe naam: CD&V Op 9 oktober 1999 werd Stefaan De Clerck gekozen tot
algemeen partijvoorzitter (als opvolger van Marc Van Peel) en startte een
organisatorische en ideologische hervorming. Daarbij veranderde de partijnaam in
2001 in CD&V. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2000 zette enig herstel in.
De verkiezingen van 18 mei 2003 De uitslag van de federale
parlementsverkiezingen van 2003, waarin CD&V met de mediagenieke De Clerck als
kandidaat premier naar de kiezer trok, was opnieuw teleurstellend. De Clerck nam
ontslag als partijvoorzitter en werd vervangen door Yves Leterme, die voorheen
fractieleider in de kamer was. De verkiezingen van 13 juni 2004 Leterme stuurde
aan op een kartel met de Nieuw-Vlaamse Alliantie onder leiding van Geert
Bourgeois, maar aanvankelijk mislukte dit. Uiteindelijk werden de gesprekken
hervat en op 14 februari 2004 werd een akkoord voor een kartel ondertekend, het
zogenaamde Valentijnskartel of Vlaams Kartel. Bij de verkiezingen van 2004 voor
het Vlaamse Parlement haalde dit kartel een overwinning met zo'n 26% van de
stemmen. Na korte maar moeilijke onderhandelingen onder leiding van Yves Leterme
trad op 22 juli 2005 de regering Leterme I aan, die een coalitie is van het
kartel CD&V/NVA, het kartel SP.A/Spirit en het kartel VLD/Vivant. Leterme werd
als partijvoorzitter opgevolgd door Jo Vandeurzen. Politiek gedachtegoed Daar
waar de Katholieke Partij in de 19de en begin 20ste eeuw een conservatieve
partij was, heeft de CVP zich na de Tweede Wereldoorlog sociaal-economisch als
centrumpartij (volkspartij) geprofileerd, met evenwel behoudsgezinde
stellingnames in levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken. De partij wil
brede bevolkingsgroepen vertegenwoordigen met als overkoepelende achtergrond de
christelijke oorsprong (christen-democratie). De partij verenigt in haar bestuur
en structuur uiteenlopende sociale en economische bewegingen, met traditioneel
een numeriek sterke vakbondsvleugel (ACW), een middenstandsvleugel, en een
kleine maar invloedrijke landbouwvleugel (via de Boerenbond). Hoewel de invloed
van die groeperingen sinds de laatste partijhervormingen officieel
teruggedrongen is, vormen deze stromingen nog steeds de belangrijkste basis voor
de partij. Christen-Democratisch en Vlaams (afgekort als « CD&V ») is een
Vlaamse, christendemocratische, politieke partij. Grote christen-democratische
partijen zijn er ook in Nederland (CDA, Christendemocratisch Appel) en Duitsland
(CDU, Christlich Demokratische Union). In landen met sterke socialistische
partijen (bijv. Zweden) of sterke conservatieve partijen (bijv. Frankrijk) is de
betekenis van christen-democratische partijen gering (bijv de Kristdemokraterna
in Zweden) of onbestaande. Externe links CD&V Jongerenorganisatie CD&V Tot
september 2001 heette de partij Christelijke Volkspartij (CVP). Geschiedenis
Oprichting na Tweede Wereldoorlog De CVP werd opgericht op 18-19 augustus 1945
onder voorzitterschap van August de Schryver en was de opvolger van de
Katholieke Partij. Bij de verkiezingen van 1946 was de CVP meteen de grootste
partij. In de eerste jaren na de oorlog beroerde de koningskwestie de
maatschappij en politiek. Van Unitaire partij naar spitsing Vanaf maart 1947 tot
aan de verkiezingen van 13 juni 1999 nam de CVP vrijwel onafgebroken deel aan de
regering, met uitzondering van de periode 1954-1958 toen een coalitie van
socialisten en liberalen onder leiding van Achiel Van Acker aan de macht was. In
de periode 1950-1954 vormde de CVP voor het laatst in de Belgische geschiedenis
homogene regeringen. De jaren vijftig staan in het teken van de schoolstrijd. De
CVP verdedigt de belangen van de vrije (vaak katholieke) scholen en wil ze
financieel ondersteunen. In 1958 komt onder leiding van Gaston Eyskens het
schoolpact. De Eenheidswet en het grote protest bezorgen de CVP een lagere
verkiezingsscore in 1961. Frans Van der Elst Frans Van der Elst (1920 -
Neder-over-Heembeek, 28 augustus 1997) was een Vlaams advocaat en politicus voor
de Volksunie. Van der Elst studeerde van 1939 tot 1944 rechten, thomistische
wijsbegeerte en politieke en sociale wetenschappen aan de KUL. Van 1944 tot 1958
was hij advocaat bij de balie van Brussel. Hij pleitte in verschillende
repressiezaken, o.a. die van VNV-leider Hendrik Elias, wiens raadsman hij zou
blijven. Als legataris van Elias ' archief publiceerde hij in 1974 de eerste
uitgebreide analyse van diens rol als VNV-leider. Vanaf 1948 speelde Van der
Elst een aanzienlijke rol in de herleving van de Vlaamse Beweging en het
Vlaams-nationalisme, waarvan hij als publicist, redenaar en als partijvoorzitter
van de Volksunie de inhoud mede bepaalde. Bij de parlementsverkiezingen van 1949
stond hij in Brussel op de Vlaams-nationale lijst-Edmond van Dieren. In deze
periode werd er volop gediscussieerd over de heroprichting van een autonome
Vlaams-nationale partij. Vanaf 1950 was hij een der hoofdrolspelers in het
Vlaams Comité voor Federalisme, een studie- en drukkingsgroep die in 1954, in
samenwerking met Waalse federalisten, een voorstel van federale grondwet voor
België publiceerde. In 1951 hield hij zijn eerste publieke pleidooi voor
amnestie. In 1954 werd Van der Elst medeoprichter van de Christelijke Vlaamse
Volksunie, die nog tijdens datzelfde jaar de Volksunie werd. Hij werd
partijvoorzitter (1955-1975), Kamerlid (1958-1974) en senator (1974-1985). In
1983 werd hij de allereerste Vlaams-nationalistische minister van staat. Van
1958 tot het einde van de jaren 1960 was Van der Elst de woordvoerder van zijn
partij in alle belangrijke parlementaire debatten. Het vertrouwen van de
Vlaams-nationalisten in Van der Elst kwam voor het eerst onder zware druk toen
de Volksunie de Egmont- en de Stuyvenbergakkoorden ondertekende en toetrad tot
de Belgische regering (1977-1978). Na het Egmont-experiment trok hij zich
systematisch terug uit het politieke leven. Astrid van Zweden Astrid Sofia
Lovisa Thyra (Stockholm 17 november 1905 -- Küssnacht 29 augustus 1935), prinses
van België, hertogin van Brabant, prinses van Zweden, was de dochter van prins
Karel van Zweden en prinses Ingeborg van Denemarken. Door haar huwelijk in 1926
met de toenmalige Belgische kroonprins Leopold, werd zij na de dood van koning
Albert I in 1934 koningin der Belgen. Zij verwierf op zeer korte tijd zeer grote
populariteit bij de bevolking, maar kwam in 1935 op 29-jarige leeftijd om het
leven bij een auto-ongeval in het Zwitserse Küssnacht. Zij was de moeder van de
latere koningen Boudewijn en Albert II en groothertogin Josephine-Charlotte van
Luxemburg (11 oktober 1927). Zie ook Het Belgische vorstenhuis Hoofdredacteurs
Jan Baptist Napolitaan van Os (1891-1893), Jan van Kerckhoven (1893 - 1899)
Frans Goris (1899 - 1938) Louis Kiebooms (1938 - 1949) Louis Meerts (1949 -
1985) Lou de Clerck (1985 - 1991) Jos Huypens (1991 - 1996) Luc Van Loon (1996 -
2004) Luc Rademakers (2004 -) Externe links Officiële site Gazet van Antwerpen
Geschiedenis van de Gazet van Antwerpen Officiële site Regionale Uitgeversgroep
Officiële site Concentra Is de "vrije pers" nog vrij? - 18 augustus 2004 -
Opinieartikel van Rudi De Ceuster naar aanleiding van het ontslag van Luc Van
Loon Gazet van Antwerpen De Gazet van Antwerpen is een Nederlandstalige Vlaamse
krant met vier edities: een stadseditie metropool en daarnaast edities Kempen,
Mechelen-Lier en Waasland, uitgegeven door Concentra. Hoewel de naam anders doet
vermoeden, heeft de krant een bovenregionale verspreiding en wordt ze gelezen in
heel Vlaanderen. GvA is een regionale kwaliteitskrant. Dagelijks rollen
gemiddeld 120.000 exemplaren van de pers. Geschiedenis Gazet van Antwerpen
verscheen voor het eerst op 3 november 1891 en was een initiatief van Jan
Baptist Napolitaan van Os, meteen ook de eerste hoofdredacteur. De eerste krant
werd gedrukt op 8000 exemplaren, telde 4 bladzijden en kostte slechts 2
Belgische centimes. In 1893 werd de NV De Vlijt opgericht die de krant uitgaf.
In 1996 richtte NV De Vlijt samen met de NV Concentra, uitgever van Het Belang
van Limburg, de Regionale Uitgevers Groep (RUG) op. Sinds het begin van de
eenentwintigste eeuw onderging de redactionele stijl een facelift, waarbij GvA
in een korte tijd evolueerde naar een moderne krant met een brede levensvisie.
In augustus 2004 werd Dr. Luc Rademakers de nieuwe hoofdredacteur van de krant.
Hij was voordien hoofdredacteur van de gratis krant Metro en gaf Gazet van
Antwerpen een jonger, en ondertussen breed gewaardeerd, imago. In datzelfde jaar
verscheen de krant, als eerste 'klassieke' Belgische krant, op tabloidformaat.
Volgens het CIM (Centrum voor Informatie over de Media) is het lezersbereik van
Gazet van Antwerpen de afgelopen jaren fel gestegen. De verkoop zelf volgt de
tendens van de Vlaamse krantenmarkt. Boelwerf Boelwerf was het grootste
Belgische scheepsbouwbedrijf. Het was gelegen in Temse aan de Schelde en in 1829
opgericht door Bernard Boel (1798-1872), oorspronkelijk timmerman op de
scheepswerven in Antwerpen-Zuid, die opgevolgd werd door zijn zoon Jozef Boel.
De eerste 50 jaar bouwde de scheepswerf houten schepen en werkten er slechts
enkele werknemers. Het bedrijf bouwde gemiddeld één boot, voornamelijk tjalken,
per jaar. Vanaf 1900 begon het aantal schepen dat gebouwd werd, langzaam te
stijgen, en nam ook het aantal werknemers toe. De grootste bloei ontstond echter
na de Tweede Wereldoorlog, toen het bedrijf, dat toen J. Boel & Zonen heette,
internationaal doorbrak. Toen de werf in 1979 haar 150-jarig bestaan vierde,
telde zij 3000 werknemers, een aanzienlijk deel van de bewoners van Temse. De
privé-onderneming was uitgegroeid tot een middelgrote werf met wereldfaam. Het
jubileum viel samen met de bouw van een LPG-tanker van 57.000 m3 met een zeer
symbolisch bouwnummer: op de kop 1500, de « Petrogas II », die thans onder de
naam « Hariette N » onder de vlag van Singapore vaart. In dezelfde periode
groeide ook de syndicale delegatie uit tot een inspirerend voorbeeld voor het
'strijdsyndicalisme' in België. De boegbeelden van deze stroming, Jan Cap (ACV)
en Karel Heirbout (ABVV), kregen nationale bekendheid. Na een reeks
afsplitsingen op 19 december 1980 van holdingsmaatschappijen en scheepsfirma's,
zoals Almabo en Exmar, bleef de eigenlijke werf over onder de naam Boelwerf. Na
het faillissement in 1982 van de Cockerill Yards, een werf in Hoboken aan de
overkant van de Schelde, nam Boelwerf ook de werf van Cockerill over. De
onderneming groeide daardoor nog tot 3500 werknemers op twee grote werven. Door
de internationale crisis in de scheepsbouwsector raakte deze onderneming
halverwege de jaren '80 in de problemen, en werd zij op 28 oktober 1992 failliet
verklaard. De curator legde klacht neer wegens fraude, een klacht die hij later
weer introk. De werf was al die tijd overeind gehouden door de overheid, die
grote bedragen aan goedkope scheepkredieten toegestaan had aan de
scheepseigenaren. Deze kredieten zijn later voor een groot deel kwijtgescholden
of verloren gegaan. Na stakingen en een bezetting werd het bedrijf in 1993 weer
opgestart, nu met deelneming van de Vlaamse overheidsholding Gimvindus en onder
de naam Boelwerf Vlaanderen. Deze werkte de laatste (zeven) bestellingen af,
waarna zij op 30 november 1994 ook failliet ging. De curator, een andere dan die
van de oude Boelwerf, had opnieuw veel moeite om alles ordentelijk op te ruimen.
De bestuurders van Boelwerf Vlaanderen werden op 12 oktober 2004 veroordeeld
voor fraude met Europese opleidingssubsidies. Het bedrijventerrein in Temse is
thans opgekocht om er woningen te bouwen. www.aclvb.be Algemene Centrale Der
Liberale Vakbonden Van België De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van
België (ACLVB) of Centrale Générale des Syndicats Libéraux de Belgique (CGSLB)
is een van de drie representatieve vakbonden in België. De Liberale Vakbond
vertegenwoordigt ongeveer 220.000 werknemers in België. De ACLVB hangt een
sociaal-liberale filosofie aan en is daarmee een van de weinige vakbonden die
zich dan ook ten volle steunt op de liberale ideologie. Centraal staat daarbij
overleg. Stakingen worden gezien als een ultiem drukkingsmiddel, dat pas
gebruikt wordt wanneer andere drukkingsmiddelen niet blijken te helpen. De ACLVB
vindt net als de andere Belgische vakbonden haar oorsprong in de tweede helft
van de 19e eeuw. Ze is gegroeid uit verschillende liberale vakverenigingen die
overal in het land ontstonden. In 1920 leidde dat tot de oprichting van de «
Nationale Centrale der Liberale Vakbonden van België ». De naam werd in 1939
veranderd in ACLVB. De Liberale Vakbond onderscheidt zich van de andere
Belgische vakbonden door haar interprofessionele structuur. Arbeiders en
bedienden uit verschillende sectoren maken deel uit van dezelfde organisatie.
Dit in tegenstelling tot het christelijke ACV en het socialistische ABVV die
bestaan uit verschillende vakgroepen. Enige uitzondering is het Vrij Syndicaat
Voor Het Openbaar Ambt (« VSOA ») dat de ambtenaren vertegenwoordigt binnen de
ACLVB. De ACLVB kende een gestage groei tijdens de laatste jaren. Dat vertaalde
zich onder meer in een stijging van het aantal mandaten in de werknemersorganen
in de bedrijven na de laatste sociale verkiezingen. Internationaal gezien maakt
de ACLVB deel uit van het Internationaal Verbond Van Vrije Vakverenigingen («
IVVV ») en het Europees Vakverbond (« EVV »). Voorzitter van de ACLVB is Guy
Haaze, de nationaal secretarissen zijn Luk De Vos en Bernard Noël. Externe link